De Laat-Romeinse tijd (284 t/m 395 na Christus)

Tijdens de 3e eeuw is het Romeinse rijk 50 jaar lang een enorme puinhoop. Toch wordt de orde uiteindelijk hersteld. De oude glorie lijkt een beetje voorbij, maar het rijk blijft toch nog een hele poos bestaan. Wel is er op den duur een hele hoop veranderd. Allerlei invloeden uit verre delen van het rijk of zelfs erbuiten zijn steeds sterker geworden, terwijl het onderscheid tussen de “echte” Italiaanse Romeinen en de onderworpen volkeren een beetje verdwenen lijkt. Vooral veel gewoontes uit het Midden-Oosten en van de Germanen zijn sterk geworden.

Keizer en protocolDe keizer. In de laat-Romeinse tijd wordt de keizer als een god op Aarde behandeld en verschijnt hij bijna nooit meer in het openbaar. Keizer Diocletianus is vanaf 284 de eerste die zich “heer en god” noemt. Er wordt niet meer gedaan alsof het rijk een republiek is. De keizers dragen nu de duurste kleren en soms ook nog een kroon, lang niet zo bescheiden als de vroegere keizers. Hun schoenen zijn met goud en edelstenen bezet. Wie de keizer bezoekt moet diep voor hem knielen en zijn schoenen kussen. Meestal zijn er ook twee keizers. Later, als de Romeinen christelijk worden, geloven ze in slechts één God en wordt de keizer dus geen god meer genoemd.

De Tetrarchie. Dit betekent “regering van vier”. Keizer Diocletianus splitst in 285 het rijk in tweeën, met een keizer voor elke helft. Zo’n keizer noemt hij een “Augustus”. De naam Caesar wordt uiteindelijk gebruikt voor 2 jonge onderkeizers, een soort kroonprinsen die elk ook een stuk van het rijk besturen. Dit systeem werkt lang niet altijd, omdat de verschillende keizers soms onderling ruzie krijgen en er dan weer eentje de macht grijpt. Toch houdt de splitsing tussen oost en west stand.

Nieuwe hoofdsteden. Omdat het Romeinse rijk nu vaak twee keizers heeft zijn er ook twee hoofdsteden (en twee onder-hoofdsteden, van de onderkeizers). Rome blijft de officiële hoofdstad, maar de westelijke keizer zit vaak ergens anders. Bijvoorbeeld in Milaan of Trier. De oostelijke hoofdstad is eerst de Griekse stad Nicomedia (nu in Turkije) maar in 330 laat keizer Constantijn zijn regering verplaatsen naar Byzantion. Na zijn dood wordt die stad omgedoopt tot Constantinopel: “de stad van Constantijn”. Nu heet dit Istanboel.

KamerheerKamerheer. Aan het keizerlijk hof werken vooral eunuchen, gecastreerde mannen. Omdat die geen kinderen kunnen krijgen zullen ze niet snel de troon overnemen en lijkt het dus veilig voor de keizer om hen in dienst te nemen en hen te vertrouwen. Daardoor krijgen zij achter de schermen veel macht, als persoonlijke kamerheer, schatkistbewaarder of secretaris van de keizer. De Praetorianen zijn intussen niet belangrijk meer en kunnen hun koffers pakken.

Mode. Laat-Romeinse kleren zijn heel anders dan de klassieke. De tunica’s hebben nu lange, smalle mouwen en zijn uitgebreid versierd. Ook worden er vaker mantels gedragen en soms ook Dacische mutsen. Veel hoge ambtenaren dragen in deze tijd ook een soldatenriem, met metaal erop. En tot afschuw van de deftigste Romeinen beginnen ook steeds meer mannen met het dragen van… een broek!

Soldaten allemaalSoldaten. In de 4e eeuw zien de Romeinse soldaten er ook heel anders uit. Ze dragen lange maliënkolders of een schubbenpantser. Ook hebben ze een lang slagzwaard en een lichter rond schild. Ook de helm is flink veranderd en bedekt bijna je hele hoofd. Zo kan het leger flexibeler vechten. Het leger is opgedeeld in een grensleger en een leger voor het binnenland. Er vechten ook steeds vaker Germaanse huurlingen mee. De ronde schildknoppen komen van de Germanen. De helmen worden gebaseerd op helmen uit Perzië en de Balkan. Ook nieuw is de Draco: het drakenvaandel uit Dacië (Roemenië).

Sol InvictusSol Invictus. De Romeinse zonnegod is steeds populairder geworden, onder invloed uit het Midden-Oosten. De naam Sol Invictus betekent “onoverwinnelijke zon”. De geboorte van de zonnegod wordt laat in december gevierd, rond de zonnewende. Vanaf dat moment worden de dagen immers weer langer en de nachten korter. Dit Romeinse lichtfeest vindt plaats op 25 december. Op die dat vieren we nog steeds een geboorte- en lichtfeest: kerstmis!

DopenDopen. Het christendom is langzaam gegroeid, maar wordt in de 3e eeuw heel fel vervolgd, zodat de christenen hun geloof heel stiekempjes moeten doen. Pas in 313 komt er godsdienstvrijheid, waarna het christendom langzaam de grootste godsdienst van het rijk wordt. In 395 verbiedt keizer Theodosius alle andere godsdiensten. Dat de Romeinen een rol speelden in de ontwikkeling van het christendom kun je nog steeds zien. De paus, het hoofd van de katholieke kerk, woont nog steeds in Rome. En tot in de 20e eeuw was de taal van de katholieke kerk… het Latijn!

LabarumHet labarum. Keizer Constantijn de Grote laat in 313 een christelijk symbool op zijn schilden en vaandels aanbrengen. Het lijkt op een X met een P er bovenop, maar eigenlijk zijn dit de Griekse letters Chi en Rho, als de letters CHR van Christus. Constantijn laat de christenen voortaan met rust en wil geen offers meer aan de Romeinse goden brengen. Pas op zijn sterfbed laat hij zich dopen, waarschijnlijk omdat de doop al je zonden (slechte daden) wegspoelt en hij zo dus zo rein mogelijk naar de hemel zou gaan.

De kerkvergadering van Nicea. Omdat er allerlei verschillende stromingen van het christendom zijn, laat keizer Constantijn in het jaar 325 meer dan driehonderd bisschoppen bij elkaar komen. Zo wordt er bepaald welke teksten wel of niet in de Bijbel thuishoren, en op welke datum Pasen gevierd zal worden. Een groot meningsverschil gaat over de ideeën van Arius, die gelooft dat Jezus hoger is dan de mensen, maar lager dan God. Zijn tegenstanders menen dat Jezus een deel van God is. De vergadering besluit uiteindelijk om de leer van Arius te verwerpen. Toch blijft zijn stroming, het arianisme, nog tot in de Vroege Middeleeuwen bestaan.

Arius en NicolaasSint-Nicolaas op de kerkvergadering. De spanningen op de vergadering in Nicea liepen hoog op. Volgens een legende zou één bisschop, die van de Griekse stad Myra (nu in Turkije), zo kwaad zijn geworden dat hij Arius zelfs een klap gaf. De bisschop belandde daarom in de gevangenis, maar zou volgens het verhaal ’s nachts door de heilige Maria bevrijd zijn. De naam van deze bisschop van Myra was Nikolaos of Nicolaas.

 

 

Gezichtjes1

WIST JE DIT AL?

Omdat Constantinopel op de plek stond van de oude stad Byzantion, werd het Oost-Romeinse rijk in de middeleeuwen ook wel het Byzantijnse rijk genoemd. Dat paste meer bij de Griekse cultuur van het oostelijke rijk.

Van beroemde christelijke heiligen uit de laat-Romeinse tijd werken de verhalen nog door in feestdagen die we nu hebben. Zoals het verhaal van Sint-Maarten, die zijn mantel met een bedelaar deelde en het Romeinse leger verliet om monnik te worden. Van lang niet elke heilige weten we zeker of die wel echt bestaan heeft.

In Trier staat nog steeds de basiliek van keizer Constantijn de Grote. Het gebouw wordt nog steeds gebruikt.

De laat-Romeinse tijd of late keizertijd wordt ook wel het dominaat genoemd. Dat is omdat de keizer zichzelf heer en god (“dominus et deus“) noemde.

De Senaat bestond nog steeds tijdens de laat-Romeinse tijd, maar was niet erg machtig meer. Meestal leek het meer een soort gemeenteraad van Rome. Dat kwam ook omdat de keizer er vaak niet was.

 

Gezichtjes3FOUT!

In veel filmpjes en illustraties zien de late Romeinen er bijna net zo uit als de klassieke, uit de vroege keizertijd. Dat is niet juist, want kleding en wapenrustingen veranderen altijd langzaam, zodat er na een paar eeuwen heel veel verschil te zien is.

In de laat-Romeinse tijd barstte de christenvervolging behoorlijk los, vooral onder keizer Diocletianus. Voor die tijd werden de christenen ook vervolgd, maar niet zo erg als veel mensen denken.

Over de christenvervolgingen hoor je vaak dat de ene christen na de andere voor de leeuwen geworpen werd. Dat is vast wel eens gebeurd, maar uiteindelijk mochten de christenen het amfitheater juist niet meer in, omdat het heel vaak gebeurd was dat er eentje de met leeuwen gevulde arena in sprong, om te sterven voor zijn geloof. En dat was natuurlijk niet de bedoeling.

Omdat Constantijn zich op zijn sterfbed liet dopen, denken veel mensen dat hij toen pas christelijk werd of zelfs dat hij stiekem, tegen zijn zin, gedoopt werd. Waarschijnlijk was keizer Constantijn toen allang christelijk. Het was toen heel normaal om pas laat gedoopt te worden, zodat je in één keer zoveel mogelijk zonden kwijt was.

Sommige mensen beweren dat Constantijn de Grote christenen eigenlijk haatte, maar hen vrijheid gaf omdat er zoveel christenen waren dat het rijk uit elkaar dreigde te vallen. Dat is een fabeltje. Het christendom was gegroeid, maar nog steeds een minderheid. Waarschijnlijk was Constantijn zelf gewoon christelijk geworden.

 

VolgordeALLES OP VOLGORDE:

  • 284: Diocletianus wordt keizer en maakt een einde aan de onrust. Het jaar daarop benoemt hij generaal Maximianus tot zijn medekeizer.
  • 293: Diocletianus en Maximianus benoemen allebei een onderkeizer. Dit is het begin van de Tetrarchie.
  • 305: Diocletianus en Maximianus treden af. Niet lang daarna breken er toch weer burgeroorlogen en mislukt de Tetrarchie.
  • 313: Keizers Constantijn de Grote en Licinius maken een einde aan de vervolging van het christendom en andere godsdiensten. Later krijgen ze toch weer ruzie.
  • 324: Constantijn verslaat Licinius en wordt alleenheerser. Een jaar later houdt hij een kerkvergadering in Nicea.
  • 330: Constantijn bouwt de nieuwe hoofdstad Nieuw Rome, oftewel Constantinopel.
  • 337: De zoons van Constantijn de Grote verdelen het rijk.
  • 363: Keizer Julianus probeert de oude Romeinse godsdienst weer het belangrijkst te maken, maar sneuvelt in Perzië.
  • 395: Keizer Theodosius verbiedt alle godsdiensten behalve het christendom. Hij is de laatste keizer van het complete Romeinse rijk, dat hierna in tweeën blijft.