K-k-keizer Claudius

claudius25 januari 41 na Chr. was de dag waarop de Senaat na een nacht lang debatteren instemde met de benoeming van keizer Claudius. Dat er veel discussie aan vooraf ging is niet zo vreemd. De Senaat had sterk overwogen om helemaal geen nieuwe keizer te benoemen na de moord op Caligula, twee dagen eerder. Claudius was bovendien geen voor de hand liggende opvolger, want hij was altijd het buitenbeentje van de familie geweest. Uiteindelijk zou hij echter de enige keizer van de Claudische dynastie zijn, die onder zijn familienaam de geschiedenis in ging.

Standbeeld van Claudius in toga (Vaticaans museum). Claudius was een geleerd en intelligent man, die jaren gestudeerd had.

Standbeeld van Claudius in toga (Vaticaans museum). Claudius was een geleerd en intelligent man, die jaren gestudeerd had.

Geboren op 1 augustus 10 v. Chr. in Lugdunum, onder de naam Tiberius Claudius Drusus, was hij de zoon van Nero Claudius Drusus (alias Drusus de Oudere), de beroemde veldheer die de eerste veldtochten in Germania leidde. Dit maakt Claudius dus het neefje (oomzegger) van keizer Tiberius, evenals de broer van Germanicus en oom van diens zoon Caligula. Van kinds af aan had Claudius last van een aantal fysieke problemen: hij was licht spastisch en bovendien stotterde hij. Dat maakte, in combinatie met zijn schuchtere karakter, zijn uitstraling nogal stuntelig en knullig. In feite versleet men hem voor een ietwat achterlijk figuur. Het merendeel van de familie zag hem vooral als een onbeduidend kneusje. Zijn eigen moeder moest eigenlijk niets van hem hebben. Zijn grootmoeder Livia was iets milder, maar daar was alles mee gezegd. Beide dreven de spot met Claudius’ gebreken, waarbij ze hun minachting voor hem niet onder stoelen of banken staken. Livia verweet zijn gebreken aan Alleen keizer Augustus, de echtgenoot van Livia en broer van Claudius’ andere grootmoeder Octavia, mocht de jongen wel. Hij was de enige die wat belangstelling toonde in de intelligentie van de jongen. Als keizer zou Claudius een oud gerucht dat Augustus de ware vader van Drusus was nieuw leven in blazen, omdat dit hem de kleinzoon van Augustus zou maken. Ondanks zijn intelligentie kreeg Claudius geen eervolle benoeming in het leger of bestuur. De meerderjarigheidsceremonie, waarbij hem de volwassenentoga werd omgedaan, werd niet met een groot feest gevierd, maar ’s nachts in het geheim voltrokken. Toen Augustus overleed vroeg Claudius bij de nieuwe keizer Tiberius om een aanstelling, maar stootte zijn neus. Claudius gaf de hoop op een carrière op en ging zich richten op studies.

Alex Klaasen in Welkom bij de Romeinen als een stotterende, sullige keizer Claudius, die veel intelligenter is dan hij lijkt. (Foto:NTR)

Alex Klaasen in Welkom bij de Romeinen als een stotterende, sullige keizer Claudius, die veel intelligenter is dan hij lijkt. (Foto:NTR)

Er was echter ook een keerzijde aan dit alles. Omdat Claudius niet serieus genomen werd en geen machtspositie bekleedde, bleef hij ook gevrijwaard van alle intriges waar zijn familieleden om hem heen in verstrikt raakten. Hoewel de keizerlijke familie hem minachtte toonde het publiek juist veel respect voor hem. Na Augustus’ dood vroegen de equites (ridders) om hun vertegenwoordiging te leiden. De Senaat verzochten om een positie voor Claudius in hun midden en wilden zijn afgebrande huis met staatsgeld laten opbouwen – Tiberius wees beide moties af. Maar zijn populariteit maakte blijkbaar niet dat Claudius als dreiging werd gezien. Ook had hij geen verantwoordelijkheden en kon zich derhalve in alle rust richten op wetenschappelijke studies in onder andere literatuur en geschiedenis, waar hij met volle teugen van genoot. Eén van zijn lievelingsonderwerpen waren de Etrusken: hij leerde hun taal, schreef een Etruskisch woordenboek en een boek over de Etruskische geschiedenis. Het verleden was interessanter voor hem dan het heden. Dat redde uiteindelijk zijn leven. Zijn oom Tiberius, met wie Claudius nooit een goede relatie had gehad, begon in zijn laatste regeringsjaren een schrikbewind waarbij hij iedere potentiële tegenstander (of die van zijn manipulatieve adviseurs Seianus en later Macro) uit de weg liet ruimen. De ziekelijke, sullige Claudius werd niet als een bedreiging gezien en bleef gespaard. Ook het regime van de sadistische Caligula wist Claudius te overleven: de jonge keizer had wel degelijk belangstelling in Claudius en maakte hem in 37 zijn mede-consul, om de herinnering aan Germanicus in ere te houden. Claudius bleef niet gespaard van Caligula’s cynische en wrede karakter, maar het ging niet verder dan pesterijen en het belachelijk maken van oompje lief voor de hele Senaat. Claudius moet in die periode van de stress flink zijn afgevallen.

Soldaat Gratus ontdekt de doodsbange Claudius achter het gordijn en buigt voor hem. (Detail van een schilderij van Lawrence Alma-Tadema)

Soldaat Gratus ontdekt de doodsbange Claudius achter het gordijn en buigt voor hem. (Detail van een schilderij van Lawrence Alma-Tadema)

Op 22 januari 41 werd Caligula op 29-jarige leeftijd vermoord door enkele leden van de Praetoriaanse Garde, die deelnamen aan een complot waarin ook meerdere senatoren en hovelingen betrokken waren. Claudius, die eigenlijk net op tijd de gang waar de moord plaatsvond verlaten had, was er getuige van hoe Caligula’s Germaanse lijfwacht zich niet alleen op de moordenaars maar ook op toevallige aanwezigen stortte. Dat hij de plek kort van tevoren verliet doet vermoeden dat hij misschien van het complot wist, al lijkt het er niet op dat hij er deel aan had genomen. De gevolgen hadden hem in elk geval flink geschokt: er waren persoonlijke vrienden van hem aangevallen door de Germaanse soldaten. Doodsbang vluchtte hij de trap op het paleis in. Daar werd hij bevend van angst achter een gordijn gevonden door een Praetoriaan genaamd Gratus, die hem (al dan niet als grapje) tot keizer zou hebben uitgeroepen. Snel werd hij door trouw gebleven Praetorianen het paleis uit gesmokkeld, waarna ze hem in het Praetoriaanse kamp in veiligheid brachten. De Senaat had ondertussen echter haar eigen plannen. Chaerea was namelijk verder gegaan dan het oorspronkelijke plan was en had de hele keizerlijke familie geprobeerd uit te moorden. Hoe oneervol dat ook was, het leek in elk geval een ideale gelegenheid om de republiek te herstellen. Uiteraard zagen de Praetorianen dit niet zitten: als lijfwacht van de keizer konden zij dan immers wel inpakken. Claudius werd in het kamp door de Garde tot keizer uitgeroepen. Hij was sowieso het laatste volwassen (mannelijke) lid van het Julisch-Claudische Huis wat hem daarmee de enige geschikte kandidaat maakte. De gepasseerde senatoren waren het hier uiteraard niet zomaar mee eens, maar hun debat over hoe de republiek uit te roepen ging uiteindelijk meer over de vraag wie van hen nu de macht zou krijgen. Ze eisten ook dat Claudius voor hen zou verschijnen om goedkeuring te krijgen, maar Claudius vertrouwde het zaakje niet en was zo wijs te weigeren. Na een nacht debatteren besloot de Senaat ten slotte toch maar Claudius in zee te gaan.

Claudius (hier gespeeld door Derek Jacobi) bleef noodgedwongen op de achtergrond, maar bleef zo ook buiten schot.

Claudius (hier gespeeld door Derek Jacobi) bleef jarenlang noodgedwongen op de achtergrond, maar bleef zo ook buiten schot.

Hoewel hij volgens sommigen met frisse tegenzin op de troon kwam, bleek de intelligente Claudius een bekwaam keizer. Allereerst schonk hij de moordenaars gratie en beloonde de Praetorianen die hem hadden gered en keizer gemaakt met 15.000 sestertiën. Hij was de eerste keizer die op eigen initiatief de naam Caesar aannam: Augustus was geadopteerd door Julius Caesar, Tiberius door Augustus en Caligula door Tiberius. Claudius beargumenteerde dat hij als kleinzoon van Octavia (en naar hij zelf beweerde ook van Augustus) gewoon recht op de naam had. Een andere erenaam die hij besloot te dragen was Germanicus, als eerbetoon aan zijn broer (net als Caligula had gedaan) en de naam filius Drusi, zoon van Drusus. Om de Senaat te vriend te houden, wat na het schandaal rondom zijn benoeming een hele kunst was, weigerde hij echter alle verdere titels van zijn voorgangers zomaar te verkrijgen. In plaats daarvan zei hij dat dergelijke titels verdiend moesten worden.

"Morituri te salutant!" Claudius was dol op gladiatorengevechten, met name op nagespeelde zeeslagen. (Detail van La Naumaquia door Ulpiano Checa.)

“Morituri te salutant!” Claudius was dol op gladiatorengevechten, met name op nagespeelde zeeslagen. (Detail van La Naumaquia door Ulpiano Checa.)

Claudius was niet alleen een subtiele keizer, maar hield zich net als zijn voorgangers bezig met de expansie van het rijk. Hij viel Brittannië binnen, voltooide de verovering van Mauretanië, evenals de volledige inlijving van enkele cliëntstaten zoals Thracië en Judea. Om de verovering van Brittannië, een rijk land en toevluchtsoord van Gallische rebellen, veilig te stellen, werd de Rijn als officiële grens vastgesteld. Dat droeg ook bij aan de Romeinse ontwikkeling van ons land: gouverneur Corbulo, die bij zijn bestrijding van Friese en Chaukische piraten bijna een grote oorlog ontketende, werd teruggefloten en kreeg opdracht forten en wachttorens aan te leggen van de kust tot aan Fectio (Vechten). In Germania Inferior werd de stad Colonia Claudia Ara Agrippinensium (Keulen) opgericht, genoemd naar Claudius’ laatste vrouw Agrippina. Ook werkte Claudius hard aan de verbetering van de rechtsgang en het bestuur van het rijk, evenals aan centralisatie en godsdiensthervormingen. De keizer wist ook dat het volk vermaak wilde, want zelf was hij ook erg dol op de gladiatorenspelen. Na een gevecht kon hij de gladiatoren die hij had gezien allerlei eerbewijzen toekennen. Het meest dol was hij op de Naumachia, het naspelen van een zeeslag, wat een wereldberoemd zinnetje maar ook een openbare aanfluiting opleverde toen een groep niet al te enthousiaste krijgsgevangen aan een dergelijk gevecht deel moest nemen. Zij begroetten hem met de gevleugelde woorden: ‘Ave Imperator, morituri te salutant.’ De keizer beantwoordde deze nogal pessimistische groet vrolijk met: ‘Aut non.‘ (“Of niet.”) Mogelijk was dit bedoeld als een grapje, maar de gladiatoren meenden gratie te hebben gekregen en weigerden te vechten, zodat Claudius op zijn gammele benen langs het meertje rende en allerlei beloften en dreigementen deed. Dat werkte in elk geval: het gevecht ging door en de overlevenden kregen alsnog de vrijheid.

Onder Claudius zijn vermoedelijk meerdere Rijnforten in Zuid-Holland en provincie Utrecht aangelegd, omdat dit deel van de Rijn onveiliger was dan het oosten. De Rijngrens werd definitief vastgelegd.

Onder Claudius zijn vermoedelijk meerdere Rijnforten in Zuid-Holland en provincie Utrecht aangelegd, omdat dit deel van de Rijn onveiliger was dan het oosten. De Rijngrens werd definitief vastgelegd.

Zijn relatief professionele regering betekende uiteraard nog niet dat Claudius geen vijanden had. Veel senatoren waren hem nog steeds niet gunstig gezind en bijgevolg spraken Romeinse geschiedschrijvers nog lange tijd vrij onsympathiek over hem. Bijvoorbeeld wat betreft zijn voorkeur voor liberti, oftewel vrijgelatenen. Voor vertrouwensposities maakte hij vooral gebruik van deze ex-slaven, wetende dat een in vrijheid geboren man minder loyaal zou zijn dan een door de keizer vrijgemaakte slaaf. Dat was tegen het zere been van veel senatoren, die hoge posities aan hun neus voorbij zagen gaan ten gunste van een klasse die naar hun smaak ver beneden hen stond. Net als bij Caligula bleven pogingen tot staatsgreep dan ook niet uit en de ontmaskering hiervan leidde meerdere malen tot een hoop doodvonnissen onder de senatoren. Ook Claudius’ privéleven was als keizer niet altijd even gelukkig. Al jaren daarvoor, in 24 na Chr., was hij gescheiden van zijn eerste vrouw Plautia, die hem bedrogen had met een ander. Hun zoontje, Claudius Drusus, werd maar 4 jaar oud. In 28 trouwde hij met Paetina, om al drie jaar later van haar te scheiden. Tegen die tijd had zij hem één dochter geschonken. Zes jaar daarna trouwde hij met zijn achternicht Messalina, die een behoorlijk fuifnummer was en ook na haar trouwen niet ophield met wilde feesten. Dit deed Claudius’ aanzien uiteraard niet goed, daar het gedrag van Messalina allerminst als gepast werd beschouwd. Wel schonk zij hem twee kinderen: Claudia Octavia en Tiberius Claudius, die de erenaam Brittannicus kreeg voor Claudius’ verovering van Brittannië – hij sloeg de erenaam zelf af en gaf hem aan zijn zoontje. Toch hielp de geboorte van twee kinderen niet om het gezin te redden. In 48 ging Messalina uiteindelijk te ver. Terwijl Claudius op reis was, hield Messalina een wild “bruiloftsfeest” met haar minnaar, wat sommige geschiedschrijvers zelfs zien als een poging tot staatsgreep. Zodra Claudius er lucht van kreeg liet hij de “bruid en bruidegom” en tal van hun gasten ter dood brengen.

Claudius' laatste vrouw, Agrippina, is niet bepaald sympathiek de geschiedenis in gegaan. Zij zou Claudius vergiftigd hebben om haar zoon Nero, zie ze op deze afbeelding kroont met een lauwerkrans, op de troon te helpen.

Claudius’ laatste vrouw, Agrippina, is niet bepaald sympathiek de geschiedenis in gegaan. Zij zou Claudius vergiftigd hebben om haar zoon Nero, zie ze op deze afbeelding kroont met een lauwerkrans, op de troon te helpen.

Na de executie van Messalina wilde Claudius hertrouwen. Eerst overwoog hij zijn ex-vrouw Paetina weer terug te nemen, maar uiteindelijk viel zijn oog op Iulia Agrippina minor, de dochter van zijn broer Germanicus. Dat is een opvallende stap, maar wellicht ook een poging om de laatste twee takken van het Julisch-Claudische Huis te verbinden: Agrippina’s moeder was de kleindochter van keizer Augustus geweest en was na de plotselinge en nogal geheimzinnige dood van Germanicus in ernstige onmin met Tiberius geraakt. Deze breuk kon zo mooi gelijmd worden, en het is niet ondenkbaar dat de Senaat Agrippina een beetje onder druk zette. Een voordeel voor Claudius was dat eventuele samenzweerders zich na zo’n huwelijk niet meer rondom Agrippina en haar zoon Lucius, geboren uit haar eerdere huwelijk met Gnaeus Domitius Ahenobarbus, zouden scharen. Claudius adopteerde de jongen, die de naam Nero kreeg, naar de voornaam van Claudius’ vader, en maakte hem mede-erfgenaam naast Brittannicus, die nog veel te jong was om zijn vader op te kunnen volgen. Nero werd in 53 uitgehuwelijkt aan zijn stiefzuster Octavia. Nu was Claudius wel van een opvolger verzekert en vormde de keizerlijke familie een compleet front. Maar naarmate de tijd verstreek begon Claudius zijn keuze toch een beetje te betreuren en ging zijn gunst weer vooral uit naar Brittannicus, die immers toch zijn echte zoon was. De kans om zijn testament te wijzigen kreeg hij niet, want de 64-jarige keizer overleed op 13 oktober 54. Gezien zijn leeftijd zou het een natuurlijke dood kunnen zijn, maar dat lijkt wel al te toevallig. De verhouding tussen Agrippina en Claudius was de maanden daarvoor beduidend verslechterd en de ambitieuze Agrippina zou vast niet graag hebben gezien dat haar zoon zijn positie weer kwijtraakte. De traditionele versie luidt inderdaad dat het een gifmoord betrof, toegediend via champignons of via een braakveer. Hoofdverdachten van de uitvoering zijn voorproever Halotus, dokter Gaius Stertinius Xenophon en gifmengster Locusta. Halotus moet als voorproever de indruk hebben gewekt dat Claudius’ eten veilig was, maar lijkt geen baat te hebben gehad bij de moord. Lijfarts Xenophon is verdachte omdat hij de hele dag rondom Claudius hing; volgens de gangbare versie zou Claudius na een eerste mislukte poging bovendien ziek naar zijn kamer zijn gerend in een poging te braken en het vergif kwijt te raken, waarbij Xenophon met een vergiftigde braakveer het karwei gemakkelijk zou kunnen hebben afgemaakt. Locusta, een gifmengster en mogelijk seriemoordenares, zou door Agrippina ontmoet zijn op de Pontijnse Eilanden. Na gearresteerd te zijn zou Locusta door Agrippina zijn gecontacteerd om het gif te bereiden. Het is dus niet erg duidelijk hoe (en of) de moord gepleegd is, noch of Claudius in Rome of elders in Italië was. Feit blijft dat zijn plotselinge dood Agrippina goed uitkwam. Haar zoon Nero kwam op de troon, jong en matig voorbereid, zodat Agrippina een machtspositie achter de schermen bekleden kon. Althans, dat dacht zij…

De beroemdste moderne fictie over Claudius is de roman en nep-autobiografie I, Claudius, waarvan in 1976 de beroemde tv-serie met Derek Jacobi uitkwam.

De beroemdste moderne fictie over Claudius is de roman en nep-autobiografie I, Claudius, waarvan in 1976 de beroemde tv-serie met Derek Jacobi uitkwam.

Claudius werd na zijn dood vergoddelijkt, maar historici als Seneca schrijven niet erg lovend over zijn regering. De Flavische keizers, die na Nero aan de macht kwamen, stelden hem juist op positieve wijze voor, als contrast met de tirannieke Nero. De meeste Romeinse historici kozen in elk geval vaak voor de Senaat en dus tegen Claudius. In de moderne popcultuur is Claudius niet zo populair als de meer bizarre Nero en Caligula, of de meer beroemde Julius Caesar. Wel erg bekend is het in 1937 gepubliceerde boek I, Claudius, van Robert Graves, waarin met behulp van historische bronnen het verhaal van Claudius door zijn eigen ogen wordt verteld, in de eerste persoon. Een film met Charles Laughton in de titelrol kwam niet van de grond, maar wel een televisieserie in 1976, waarin Claudius gespeeld wordt door Derek Jacobi. Maar vergeleken met zijn meer onbekwame voorganger en opvolger is er, ondanks zijn interessante leven, opvallend weinig belangstelling voor hem. Ironisch als men bedenkt dat het gebrek aan belangstelling juist datgene was dat hem lange tijd in leven hield en uiteindelijk op de troon bracht. In het NTR-jeugdprogramma Welkom bij de Romeinen zegt Claudius (gespeeld door komiek Alex Klaasen) dan ook dat het helemaal geen kwaad kan om ervoor te zorgen dat men je een beetje onderschat. ‘De grote bekken slaan elkaar de kop in en wie springt er op de troon?… Precies!’

Giel

Giel

Giel is al sinds zijn prilste jeugd diep geïnteresseerd in geschiedenis en in de Romeinse tijd in het bijzonder. Na zijn MA in geschiedenis te hebben gehaald aan de Universiteit Leiden is hij zelf dieper en dieper in het Romeinse verleden (met name dat van Nederland) gaan graven. Naast geschiedwetenschappelijk onderzoek houdt hij zich bezig met het omzetten van de resultaten in creatieve projecten, opdat er leerzaam doch leuk materiaal geproduceerd wordt. Hoofdinteresses zijn de geschiedenis van het Romeinse rijk, de Romeinen in Nederland en het Romeinse leger.

LAAT EEN REACTIE ACHTER