De koningstijd (753 t/m 510 v. Chr.)

KaartjeRome is in het begin niet meer dan een stadstaatje. Aan het hoofd staat een koning. Volgens de verhalen zijn er in totaal zeven verschillende koningen geweest, maar dat is wel een erg mooi, magisch getal. Geen wonder, want de meeste gebeurtenissen uit de koningstijd zijn waarschijnlijk legenden. Het is zo lang geleden dat we maar weinig zeker weten…

KoningDe koning.
De koning leidt de regering, het leger en de godsdienst van Rome. Als hij overlijdt wordt hij niet zomaar door zijn zoon opgevolgd! In plaats daarvan kiest de Senaat iemand uit die geschikt lijkt, waarna de Romeinen in de Volksvergadering besluiten of zij deze man wel of niet als koning willen. Als de Volksvergadering hem afwijst moet de Senaat nog wat verder zoeken. De koning is te herkennen aan zijn witte diadeem, purperen mantel en rode laarzen. Niemand anders mag zulke kleren dragen! Ook zit hij op een speciale stoel.

OorlogOorlog en vrede.
Al in de koningstijd raakt Rome soms in oorlog met andere Italiaanse volken en steden in de omgeving. Bijvoorbeeld met de stad Alba Longa of met andere Latijnse stammen. Dat kan spannend zijn, want Rome heeft nog een vrij klein leger. De bevolking van Rome is een mengeling van Latijnen (daarvandaan komt het Latijn, de taal van de Romeinen) en Sabijnen. Later krijgt Rome het ook aan de stok met de machtige Etrusken. De laatste koningen van Rome zijn Etruskisch.

SenaatDe Senaat.
De Senaat is een soort wijze raad van rijke en ervaren mannen, te herkennen aan de purperen band op hun kleding. In de Koningstijd zijn dit alleen nog patriciërs (Romeinse edelen). De Senaat adviseert de koning. Als de koning sterft benoemt de Senaat een tussenkoning als een soort invaller, en gaat ondertussen naar een nieuwe koning op zoek. Daardoor kan de Senaat dus best veel invloed hebben op het bestuur van Rome.

VolksvergaderingDe Volksvergadering.
De Romeinse Volksvergadering beslist uiteindelijk wie er koning wordt, en mag ook stemmen over bepaalde wetsvoorstellen. Ondanks de naam zit lang niet het hele volk in deze vergadering. Om eraan deel te nemen moet je staatsburger zijn. Slaven en vrijgemaakte ex-slaven zijn geen staatsburger, net als buitenlandse immigranten en door Rome onderworpen volkeren. Vrouwen en kinderen mogen ook niet meedoen aan de Volksvergadering.

 

Gezichtjes2WIST JE DIT AL?

Na de oorlog met de Sabijnen sloten die zich aan bij Rome, waar tot die tijd vooral Latijnen woonden. De eerste vier koningen waren om en om Latijn of Sabijn.

De laatste drie koningen van Rome waren volgens het verhaal Etrusken. Waarschijnlijk betekent dit dat de Etrusken een tijdje de baas over Rome zijn geweest.

In Rome stond een tempel voor de god Janus. In oorlogstijd stonden de deuren van de tempel open en in vredestijd stonden ze dicht. In de koningstijd stonden ze alleen dicht onder de tweede koning, die de tempel bouwde.

Vele eeuwen later kregen de Romeinen een keizer. Omdat ze niet aan de koningstijd herinnerd wilden worden, deden ze alsof dit iets heel anders dan een koning was.

In de tijd van de Romeinen werden oorlogen soms niet met legers uitgevochten, maar met kampioenen. In een duel beslisten die dan de strijd, zodat er niet ontzettend veel mensen zouden sneuvelen. In een oorlog met Alba Longa vochten de Romeinse drieling Horatius tegen de drieling Curatius uit Alba Longa. Maar één van de Horatius overleefde het, maar hij won wel! Hij ging namelijk op een smalle brug staan zodat de Curatiërs niet tegelijk bij hem konden.

 

Gezichtjes4DE ZEVEN KONINGEN VAN ROME

RomulusRomulus. (753 t/m 716 v. Chr.) De eerste koning van Rome, die de stad samen met zijn tweelingbroer Remus gesticht had. Rome is naar hem genoemd. In zijn tijd brak er een oorlog uit met de Sabijnen, zodat het er even slecht uit zag voor Rome. Toch kwam er vrede en gingen beide volkeren samen verder. Romulus zou volgens het verhaal niet zijn gestorven, maar tijdens een plotseling onweer op geheimzinnige wijze zijn verdwenen. Dat betekende dat hij tussen de goden was opgenomen.

Numa PompiliiusNuma Pompilius. (716-673 v. Chr.) De tweede koning van Rome was en Sabijn. Hij was vooral heel wijs en vreedzaam. Er brak niet één oorlog uit tijdens zijn regering en hij bouwde de tempel van Janus die in vredestijd gesloten was. Volgens een verhaal had Numa zijn wijsheid te danken aan de nimf Egeria. Toen hij stierf veranderde ze van verdriet in een bron.

Tullus HostiliusTullus Hostilius. (673-641 v. Chr.) Dit was weer een Latijn en de meest oorlogszuchtige koning van Rome. Met een smoes begon hij een oorlog met Alba Longa. Hij versloeg ze en Alba Longa werd een deel van Rome. Al zijn strijd en overwinning maakten dat hij de wetten van Numa Pompilius en de Romeinse godsdienst verwaarloosde. De oppergod Jupiter zou voor straf de pest hebben laten uitbreken in Rome. Toen Tullus ook ziek werd bad hij Jupiter ineens wel om hulp. Jupiter werd zo kwaad dat hij de slechte koning met zijn bliksem doodde.

Ancus MartiusAncus Marcius. (640-616 v. Chr.) Deze koning was weer een Sabijn. Ancus (“kromme arm”) herstelde de Romeinse wetten weer. Wel voerde hij oorlog met Latijnse buren van Rome toen die het Romeinse grondgebied binnenvielen. De verslagen Latijnen mochten wel in Rome gaan wonen. Hij veroverde nog meer land, zoals wat kustgebied, waar hij Ostia, de haven van Rome, bouwde.

Tarquinius PriscusTarquinius Priscus. (616-578 v. Chr.) Dit was de eerste Etruskische koning van Rome. Hij was de zoon van een Griek uit de Etruskische stad Tarquinii. Ancus Marcius was erg op Tarquinius gesteld en toen hij stierf waren zijn zoons bovendien nog veel te jong, zodat men Tarquinius als koning nam. Hij maakte een echte stad van Rome en nam Etruskische soldaten in dienst. De jaloerse zonen van Marcius vermoordden hem echter toen hij Servius Tullius als zijn opvolger verkoos, zodat zij het koningschap weer aan hun neus voorbij zagen gaan.

Servius TulliusServius Tullius. (578-534 v. Chr.) De mensen gingen akkoord met de keuze van de vermoorde koning Tarquinius en Servius werd koning. Hij was in het paleis opgegroeid en getrouwd met de dochter van Tarquinius Priscus. Als koning voltooide hij de grote stadsmuur en verdeelde Rome in districten, wat de Volksvergadering houden makkelijker maakte. Om de zoons van Tarquinius Priscus te vriend te houden huwelijkte hij zijn dochters aan ze uit. Zijn oudste dochter Tullia ging echter samenzweren met Lucius, de valse zoon van Priscus. Ze stookten iedereen op tegen Servius, totdat hij op een dag de Senaat uit gesmeten werd. Op straat werd hij door een gewapende bende vermoord. Voor de zekerheid reed Tullia zelfs nog een keer over zijn lichaam heen met een strijdwagen.

Tarquinius SuperbusTarquinius Superbus. (534-509 v. Chr.) Hierna greep Lucius Tarquinius de macht. Hij bleek een wrede tiran, die zomaar land en bezit van andere mensen afpakte. Vandaar zijn bijnaam Superbus (je zegt: “soepèrboes”) oftewel “de Arrogante”. Uiteindelijk waren de Romeinen hem spuugzat en schopten hem eruit. Ze besloten nooit meer een koning te nemen.

Gezichtjes3FOUT!

Net als het verhaal van de stichting van Rome is ook de geschiedenis van de koningstijd vol legenden. Veel van de verhalen zijn waarschijnlijk erg aangedikt of soms zelfs niet waar.

Dat er precies zeven koningen van Rome zijn geweest is wel erg toevallig. Zeven is namelijk van oudsher een magisch getal. Volgens de jaartallen zouden al die koningen voor die tijd dan ook wel erg lang geregeerd hebben.

De laatste koning van Rome zou zijn afgezet in 510 v. Chr. Dat is de tijd waarin de laatste alleenheerser van de Griekse stad Athene werd verjaagd. De Romeinse republiek en de Atheense democratie zouden dan dus tegelijk begonnen zijn. Ook dat is wel erg toevallig… Waarschijnlijk knoeiden de Romeinen met de jaartallen. De Griekse cultuur werd namelijk als heel hoog en deftig beschouwd.

Sommige mensen denken dat Rome een republiek werd omdat de koning niet werd gekozen. Maar de koning van Rome werd juist wel gekozen! Wel had de koning bijna alle macht en regeerde hij voor de rest van zijn leven. De laatste koning werd echter niet daarom afgezet, maar omdat het een slechte koning was.

Bij het idee van een gekozen koning denken mensen vaak aan verkiezing zoals voor de president van Amerika, waarbij iedereen mag stemmen en er een paar kandidaten zijn. Zo democratisch ging het nou ook weer niet. De Senaat koos één enkele kandidaat, waarna de leden van de Volksvergadering stemden over de vraag of ze hem wel of niet als koning wilden. Lang niet iedereen zat in die Volksvergadering.