Naamgeving bij de Romeinen

naamBij Romeinen werkte naamgeving niet geheel zoals bij ons. Zoals in de meeste landen van tegenwoordig hadden de Romeinen een familienaam en een voornaam die hen onderscheidde. Maar waar wij soms ook meerdere voornamen hebben, hadden de Romeinen er altijd maar eentje, die er weinig toe deed. Bovendien is in veel culturen de familienaam synoniem voor achternaam, terwijl er bij de Romeinen nog best een of meer namen op konden volgen.

Tiberius Claudius Nero werd geadopteerd door keizer Augustus en noemde zich daarna Tiberius Iulius Caesar. Hij is één van de weinige Romeinen die bekend staat onder zijn voornaam.

Tiberius Claudius Nero werd geadopteerd door keizer Augustus en noemde zich daarna Tiberius Iulius Caesar. Hij is één van de weinige Romeinen die bekend staat onder zijn voornaam.

Natuurlijk is het systeem van een voor- en achternaam ook tegenwoordig niet universeel. Op Java komt het ook voor dat mensen slechts één naam hebben (een beroemd voorbeeld is Soekarno) en in onder andere Hongarije en Oost-Azië is het ook mogelijk dat de voornaam juist de familienaam is en de achternaam de persoonlijke. Wat wij vaak ook vergeten is dat ons systeem van voor- en achternaam ook zo eenvoudig nog niet ligt, omdat het krijgen van meerdere voornamen (al dan niet als doopnaam) in westerse landen nog best gebruikelijk is, waarbij het aantal vaak op twee ligt, maar soms ook op 3, 4 of nog meer. Bovendien gebruiken wij altijd onze voor- of roepnaam als voornaamste aanspreekvorm. Bij de Romeinen was dit niet het geval. Het praenomen, de voornaam, werd enkel door intimi gebruikt, zoals het in westerse landen nog tot ver in de 20e eeuw gebruikelijk was om elkaar bij de achternaam aan te spreken, soms zelfs in vriendschappelijke relaties. De Romeinse voornaam kon uiteraard wel handig zijn om onderscheid te maken tussen verschillende leden van dezelfde familie, wat echter niet altijd op gaat omdat het ook bij de Romeinen voorkwam dat de oudste zoon de naam van de vader droeg. Voorbeelden van Romeinse voornamen zijn Gaius, Gnaeus, Tiberius, Titus, Sextus, Marcus, Quintus of Lucius. Sommige voornamen stonden oorspronkelijk puur voor hoeveelste zoon je was: Primus, Secundus, Tertius enzovoorts. Aangezien Romeinen lang niet altijd bekend stonden onder hun praenomen zijn deze in veel teksten niet gebruikt of afgekort. Zo werd Gaius afgekort als  “C.”, Sextus als “Sex.” en Tiberius als “Ti.”. Enkele Romeinse keizers zijn bekend komen te staan onder hun praenomen, bijvoorbeeld omdat dit de beste manier was om hen van hun voorgangers of opvolgers te onderscheiden. Voorbeelden zijn de keizers Tiberius en Titus.

Als ene Lucius uit de familie Octavius nogal bebaard is kan hij bijvoorbeeld Lucius Octavius Barbatus genoemd worden.

Als ene Lucius uit de familie Octavius nogal bebaard is kan hij bijvoorbeeld Lucius Octavius Barbatus genoemd worden.

De tweede naam van een Romein was zijn familienaam of geslachtsnaam: de nomen gentile of gentilicium. Deze naam gaf dus aan uit welk geslacht men stamde of in welke familie je geadopteerd was. We kunnen voor familienamen denken aan voorbeelden als Pompeius, Aurelius, Cassius en Flavius. In het geval van keizer Augustus was zijn oorspronkelijke naam Gaius Octavius. Na zijn adoptie in het huis Iulius nam hij deze familienaam over, waarbij de naam Octavianus gebruikt werd om hem te onderscheiden van die ene Julius Caesar die zo beroemd is. Heeft u het begrepen? De naam Julius, die wij tegenwoordig als voornaam zien, was van oorsprong een achternaam! Hetzelfde geldt voor de naam Claudius, de familienaam van de opvolgers van Augustus. Hoewel er maar één keizer uit deze dynastie bekendstaat onder de naam Claudius, telde de dynastie vier keizers die de naam droegen. Vandaar het Julisch-Claudische huis. Dames droegen in deze gevallen een vrouwelijke vorm van de familienaam, waarbij numerieke voornamen meerdere zussen uit elkaar hielden. Een derde zus uit de familie Iulius zou dus Tertia Iulia kunnen heten. Een ander onderscheid was tussen jong en oud: de dochters van Laelius heten dan bijvoorbeeld Laelia Maior en Laelia Minor.

De derde naam van een Romein, als hij die had, was zijn cognomen, de “herkenningsnaam” als het ware. Meestal verwees dit naar een uiterlijk kenmerk of een karaktertrek. Het cognomen heeft als opvallendste taalkundige eigenschap dat het niet altijd op het mannelijke -us eindigt. Dit komt omdat het afgeleid kon zijn van woorden die daar niet op eindigden. In tegenstelling tot wat velen denken was het cognomen niet per definitie een persoonlijke bijnaam: de naam kon ook “erfelijk” zijn, bijvoorbeeld om de ene familietak van de andere te onderscheiden. Er waren veel Romeinen met de achternaam Claudius, maar de Claudische keizers waren van een tak waar de naam Nero aan verbonden was. Er zijn dus feitelijk ook meerdere keizers geweest die Nero heetten: Tiberius heette oorspronkelijk Tiberius Claudius Nero (veranderd naar Tiberius Iulius Caesar). Wonderlijk genoeg droegen meerdere van zijn familieleden, zoals zijn broer Drusus, de naam Nero juist als voornaam. Een ander voorbeeld van een cognomen is de naam Cicero, wat verwijst naar een erwtvormig wratje, waar een voorouder van de beroemde Marcus Tullius Cicero blijkbaar mee kampte. Andere voorbeelden zijn Agrippa, Ahenobarbus (het oorspronkelijk cognomen van keizer Nero), Brutus, Bestia, Cato, Commodus, Drusus, Felix, Galba, Glaber, Lepidus, Magnus, Niger, Piso, Otho, Rufus, Scipio en Victor. Hoewel Scipio voor “staf” staat, heeft de beroemde Scipio Africanus zijn cognomen geërfd van zijn oom, Scipio Calvus. Natuurlijk is een nieuw, meer persoonlijk cognomen ook mogelijk. Als de derde zoon van de familie Gilius opvallend mager is zou hij Tertius Gilius Gracilis genoemd kunnen worden. Vrouwen droegen van oorsprong een genitivus-vorm (2e naamval, bezitsvorm) van het cognomen, maar gingen tegen de late republiek gewoon een vrouwelijke vorm ervan dragen. Scipio’s dochter heette Cornelia Scipionis Africana, maar de dochter van Pompeius Magnus heette Pompeia Magna.

Een stamboom vol Julius Caesars. Wie kan die ene beroemde Julius vinden?

Een stamboom vol Julius Caesars. Wie kan die ene beroemde Julius vinden?

Het allerberoemdste voorbeeld is de naam Caesar. Het is niet bekend wie dit cognomen als eerste droeg, maar de naam gaat minimaal terug op ene Sextus Iulius Caesar, die in 208 v. Chr. het ambt van praetor bekleedde. De oorspronkelijke betekenis van de naam was op den duur vergeten, maar volgens de Historia Augusta waren er vier theorieën: de eerste luidt dat  “caesar” Moors was voor “olifant”, omdat de eerste Caesar een olifant gedood had; de tweede verklaring is dat het slaat op caesus, wat duidt op de geboorte met een keizersnede; de derde verklaring is dat het duidt op de geboorte van een baby met opvallend veel haartjes (caesaries); de vierde is dat het slaat op ogen die opvallend azuurblauw (caesii) waren. Daar cognomina vaak op uiterlijke kenmerken sloegen is de derde verklaring het meest aannemelijk, ook omdat de familie bekendstond om relatief vroege kaalheid, want humor werd niet geschuwd. Het moge in elk geval duidelijk zijn dat er al lang vóór de geboorte van die ene beroemde Julius Caesars er tal van andere Julius Caesars zijn geweest. De beroemde veldheer en dictator heette voluit Gaius Iulius Caesar, maar aangezien ook die voornaam niet nieuw was houdt de verwarring daar nog niet op! Toen Gaius Octavius bij testament door Caesar geadopteerd werd noemde hij zichzelf dus Gaius Iulius Caesar, waarbij de naam Octavianus aangaf dat hij de Caesar van het huis Octavianus was. De laatste naam werd later vervangen door Augustus. Na Augustus’ adoptie van Tiberius en Drusus duikt de naam Julius Caesar ook op in het Claudische huis. Drusus noemde zich na de adoptie Drusus Iulius Caesar en noemde één van zijn zoons Tiberius Iulius Caesar. Keizer Caligula heette oorspronkelijk ook Gaius Iulius Caesar, wat het gebruik van zijn bijnaam Caligula in de geschiedenisboeken verklaart.

Stamboom deel 2, vanaf Augustus. Qua namen is er zoveel herhaling dat de namen waaronder de leden bekendstaan vetgedrukt zijn.

Stamboom deel 2, vanaf Augustus. Qua namen is er zoveel herhaling dat de namen waaronder de leden bekendstaan vetgedrukt zijn.

Met de voorbeelden van Augustus, Scipio en Caligula komen we dus ook uit op een eventuele vierde naam: het agnomen. Deze term duidt letterlijk op een bijnaam die vaak in de loop van een leven gegeven werd op grond van persoonlijke daden. Een erenaam dus eigenlijk. Na zijn overwinning op de Carthagers in Afrika kreeg Scipio de naam Africanus. De naam Germanicus is aan enkele keizers en aan de tweede zoon van Drusus gegeven, op grond van hun vele veldtochten. Keizer Claudius sloeg, ondanks zijn verovering van Brittannië, de naam Brittannicus af en gaf deze aan zijn zoon. Ook Augustus is een agnomen, dat “verhevene” betekent. Toen Caesar Octavianus deze naam kreeg liet hij de naam Octavianus (die hij zelf zelden gebruikte) vallen en heette dus Gaius Iulius Caesar Augustus. De naam werd daarna steeds meer aan het keizerschap gebonden en veranderde meer en meer in een titel. Datzelfde gold voor de naam Caesar, al viel die na de dood van de gehate eventjes uit de gratie, wat betekent dat de naam nog altijd als een cognomen van het Julisch-Claudische huis werd gezien. Vitellius noemde zich als keizer dan ook Aulus Vitellius Germanicus Augustus. Kort daarna greep Titus Flavius Vespasianus echter de macht en noemde zich Imperator Caesar Vespasianus Augustus. Sindsdien werd de naam Caesar een definitief een keizerlijke naam, los van de oorspronkelijke familie. Vespasianus ging dan ook onder zijn cognomen de geschiedenis in, terwijl zijn zoon die oorspronkelijk dezelfde naam had bekendstaat onder zijn voornaam Titius. De naam Flavius duikt nog op om de dynastie aan te duiden.

Het rijk in tweeën gesplitst, of eigenlijk in vieren. De 2 Augusti besturen elk een helft met vijf regio's, waarvan er 2 onder direct bestuur van een Caesar worden geplaatst.

Het rijk in tweeën gesplitst, of eigenlijk in vieren. De 2 Augusti besturen elk een helft met vijf regio’s, waarvan er 2 onder direct bestuur van een Caesar worden geplaatst.

De namen Caesar en Augustus werden dus op den duur eerder titels dan namen. Geleidelijk aan zou het zelfs gebeuren dat dit aparte titels van elkaar werden. De keizers droegen op den dure lange lijsten van verschillende namen. Dit gold met name voor enkele Adoptiefkeizers, die na hun adoptie door hun voorganger diverse namen van hem overnamen of hun naam zelfs volledig veranderden, om dat bij hun aantreden als keizer opnieuw te doen, al dan niet met nog een aardige lijst erenamen die er op den duur bij kwamen. Namen als Aurelius (“guldene”) en Antoninus werden in navolging van enkele Adoptiefkeizers erg populair in de 2e eeuw, terwijl de naam Caesar rond die tijd ietwat uit de mode raakte. Eind 3e eeuw, bij het begin van de Tetrarchie (“heerschappij van vier”), werd de naam Valerius erg populair bij de keizers. In het Tetrarchisch systeem werden de namen Augustus en Caesar als officiële titels gebruikt. Augustus was de titel van de echte keizers (eentje voor oost en eentje voor west), terwijl Caesar de titel werd voor hun beoogde opvolgers, de onderkeizers. Zo waren er dus twee Augusti en twee Caesares. Waren gewone woorden eerst namen geworden, nu waren de namen weer woorden. De naam Caesar (die oorspronkelijk werd uitgesproken als “kaisar”) overleeft tot op de dag van vandaag in onze taal en meerdere anderen als het woord keizer. En de legende over de mogelijke oorsprong van de naam heeft zijn weg gevonden naar de benaming van de keizersnede.

Giel

Giel

Giel is al sinds zijn prilste jeugd diep geïnteresseerd in geschiedenis en in de Romeinse tijd in het bijzonder. Na zijn MA in geschiedenis te hebben gehaald aan de Universiteit Leiden is hij zelf dieper en dieper in het Romeinse verleden (met name dat van Nederland) gaan graven. Naast geschiedwetenschappelijk onderzoek houdt hij zich bezig met het omzetten van de resultaten in creatieve projecten, opdat er leerzaam doch leuk materiaal geproduceerd wordt. Hoofdinteresses zijn de geschiedenis van het Romeinse rijk, de Romeinen in Nederland en het Romeinse leger.

LAAT EEN REACTIE ACHTER