Romeinse kanalen in Nederland

kanaalNederland staat bekend als een natie van waterwerken, met een grote hoeveelheid polders, dijken en waterschappen. De relatie van Nederland met het water is eeuwenoud, wat ook te zien is aan het feit dat bepaalde waterschappen of hoogheemraadschappen nog geleid worden door een functionaris die dijkgraaf genoemd wordt. Dit gaat soms terug tot in de middeleeuwen. Maar er zijn nog veel oudere waterwerken in ons land. De Romeinen legden bij de steden en forten stevige kades aan (oude vrachtschepen werden zelfs afgezonken om als kadeversteviging te dienen, zoals bij Zwammerdam en Woerden gebeurd lijkt te zijn). En zij groeven de eerste grote kanalen in Nederland.

De terp van Hogebeintum, in Friesland, wordt al sinds 600 v. Chr. bewoond.

De terp van Hogebeintum, in Friesland, wordt al sinds 600 v. Chr. bewoond.

Al voor de Romeinse tijd maakt een Griekse schrijver, die op een handelstocht naar het noorden gevaren was, melding van hoe drie van de vier elementen door elkaar lopen in een bar ver gebied. Toen de Romeinen in 12 voor Christus naar het noorden trokken, troffen zij hier een volk aan dat op terpen op het wad woonde. Plinius schreef erover in zijn Historia Naturalis: “De oceaan stort zich tweemaal per etmaal met gigantische golven uit over het land, zodat men zich bij deze eeuwige strijd van de natuur afvraagt of dit stuk grond tot het land of tot de zee behoort. Op de heuvels of beter gezegd, op met handen opgehoogde woonplaatsen (de terpen) leeft daar een ongelukkig volk. Bij vloed zijn het net schepelingen, bij eb eerder schipbreukelingen. En wanneer zij door het Romeinse volk zijn overwonnen, noemen zij dat nog slavernij!”

Hoewel Plinius het gebied nooit bezocht had, zegt dit wel iets over hoe wonderlijk de terpbewoners de Romeinen toeschenen. Plinius schijnt niet te begrijpen dat de Friezen en hun oosterburen de Chauken niet anders gewend waren en is net zo verwonderd over hun leefwereld als moderne bezoekers van Nederlanders zich verbazen over het vlakke landschap. Net als de moderne dijken en polders waren de terpen een middel om te overleven in de drassige, door overstroming bedreigde omgeving. De Romeinse bijdrage aan de geschiedenis van onze waterwerken had echter een heel andere reden.

drusus

De beroemde veldheer Drusus, de stiefzoon van keizer Augustus, liet het eerste grote kanaal in ons land aanleggen.

Drusus maakte in 12 v.Chr. kennis met de Friezen toen hij op veldtocht over de Rijn trok. Hierbij was het de bedoeling om langs de noordkust te varen en het gebied daar te verkennen. De ideale uitvalsbasis hiervoor was een groot meer ten noorden van de Rijn, dat door de Romeinen het Flevomeer was gedoopt. Waarschijnlijk is de beroemde Fossa Drusiana of Drususgracht een middel geweest om vanaf de Rijn het Flevomeer te bereiken. De traditie wil dat de Drususgracht de basis heeft gelegd voor de IJssel, maar bodemonderzoek toont aan dat dit erg onwaarschijnlijk is. Wel is het mogelijk dat het kanaal een verbinding tussen de Rijn en de Oude IJssel vormde, of een verbinding tussen het Flevomeer en de Noordzee. In elk geval slaagde Drusus erin om de noordelijke gebieden te bereiken met zijn troepen en de Friezen vrijwel geweldloos te onderwerpen, waarna hij richting de Eemsmonding trok. De terugtocht, in de herfst, verliep niet zo goed omdat de schepen vastliepen op de zandbanken van de Waddenzee.

De jaren gingen voorbij. Drusus overleed en zijn werk in Germania werd voortgezet door zijn broer Tiberius. Na de Slag in het Teutoburgerwoud, in 9 na Chr., verloren de Romeinen echter het meeste terrein aan de overzijde van de Rijn. 19 jaar later kwamen de Friezen in opstand toen het in de tijd van Drusus opgelegde belastingstelsel in hun nadeel werd uitgebuit. Pas een generatie later kwamen de Romeinse troepen opnieuw naar het noorden. Chaukische en Friese piraten onder leiding van deserteur Gannascus teisterden rivier- en kustgebieden en de nieuwe bevelhebber, Gnaeus Domitius Corbulo, kwam korte metten met hen maken. Van een nieuwe onderwerping van de noordelijke stammen was geen sprake omdat een keizerlijk bevel dit verbood, al kregen de Friezen enige tijd een soort vazalstatus waarbij ze schatplichtig werden. Grote veroveringen in het noorden waren geen optie, want keizer Claudius wenste zich te concentreren op de onderwerping van Brittannia, dus moest de Rijngrens rustig blijven. Corbulo had dus de taak om grens te versterken. Waarschijnlijk zijn meerdere van de castella langs de Limes ten westen van Utrecht rond deze tijd gebouwd. Maar er kwamen ook infrastructurele werken bij kijken. De motivatie achter dit alles is nogal dubbel: enerzijds was een goede grensverdediging gewoon noodzakelijk en maakte een goede infrastructuur deze verdediging efficiënter, maar anderzijds was het verbeteren van de versterkingen en het aanleggen van verbindingswegen ook een nuttige manier om de soldaten bezig te houden in vredestijd. En zo kwam uiteindelijk ook het beroemde Kanaal van Corbulo tot stand.

Het Kanaal van Corbulo liep vermoedelijk van Leiden naar Naaldwijk.

Het Kanaal van Corbulo liep vermoedelijk van Leiden naar Naaldwijk.

Het Kanaal van Corbulo (Fossa Corbulonis) lag in het tegenwoordige Zuid-Holland, tussen de mondingen van de Rijn en Maas. De defensieve functie van het kanaal zit vooral in het feit dat de aan de kust gepositioneerde vloot zo op een relatief veilige wijze van de ene rivier naar de andere varen kon, zonder de gevaarlijke Noordzee op te hoeven. Zo konden zeerovers voortaan gemakkelijker bestreden worden. Het kanaal moet blijkbaar een kilometer of 31 lang zijn geweest. Hoewel dat behoorlijk indrukwekkend klinkt, is het niet ondenkbaar dat de Romeinen enkele al bestaande stroompjes handig met elkaar verbonden. Over de precieze ligging zijn in elk geval wat meer aanwijzingen. Waarschijnlijk werden Matilo (Leiden) en een fort in de buurt van Naaldwijk met elkaar verbonden. Nieuwe recente vondsten tonen aan dat het kanaal inderdaad langs Voorschoten liep. Gemakkelijk moet de aanleg van het kanaal niet geweest zijn: elke rivier heeft zijn eigen stroomgebied en de aanleg van het kanaal doorbrak de zogenaamde waterscheiding tussen de twee stroomgebieden. Bij de voltooiing van het Kanaal in 49 werd er dan ook een dam aangelegd, ter hoogte van het huidige Leidschendam.

Forum Hadriani was het economisch en administratief centrum van Romeins Zuid-Holland, mede dankzij het kanaal van Corbulo.

Forum Hadriani was het economisch en administratief centrum van Romeins Zuid-Holland, mede dankzij het kanaal van Corbulo.

Net als de aanleg van de Limes was ook het Kanaal van Corbulo meer dan alleen een militaire zaak. De aanleg van de forten en nederzettingen had de Rijn al veel interessanter gemaakt voor de handelaars, niet alleen omdat het de veiligheid vergrootte, maar ook omdat het een bevolkingstoename en dus een groter afzetgebied betekende. De aanleg van een weg langs de Rijn deed ook een duit in het zakje. Net zo goed gold dit alles voor het Kanaal: de hierdoor gecreëerde waterweg (waarnaast ook een weg was aangelegd) betekende dat de aanvoer van goederen in het gebied vergrootte. Toen keizer Hadrianus in het jaar 121 Germania Inferior bezocht, schijnt het Kanaal te zijn gerenoveerd. Bij zijn bezoek gaf hij marktrechten aan een aan het kanaal gelegen nederzetting die het administratieve centrum van de Cananefaatse civitas. Het stadje zou bekend komen te staan als Forum Hadriani (Voorburg) en het kanaal zou voortaan vooral als aanvoerroute naar de stad dienen. Dit gold echter vooral voor de zuidelijke helft van het kanaal. De noordelijke helft raakte in onbruik en zou langzaam verzanden. In de loop van de derde eeuw zou het kanaal helemaal vergeten raken. De Romeinse troepen werden in 259 weggehaald van de Rijngrens, waarop een groot deel van de bevolking met hen meetrok. De val van het Gallische Keizerrijk in 274 (een afscheiding van het Romeinse Rijk die maar een kort leven beschoren was) maakte waarschijnlijk dat Forum Hadriani zo goed als verlaten werd, waarop het kanaal zelf ook niet veel zin meer had. De Romeinse kanalen gingen verloren aan de tand des tijds: ze verzandden of verflauwden tot een meer natuurlijk ogende waterweg. Toch worden er nog altijd sporen gevonden van het kanaal van Corbulo. Wie weet ontdekken we op een dag ook nog eens waar de Drususgracht nou precies lag.

Giel

Giel

Giel is al sinds zijn prilste jeugd diep geïnteresseerd in geschiedenis en in de Romeinse tijd in het bijzonder. Na zijn MA in geschiedenis te hebben gehaald aan de Universiteit Leiden is hij zelf dieper en dieper in het Romeinse verleden (met name dat van Nederland) gaan graven. Naast geschiedwetenschappelijk onderzoek houdt hij zich bezig met het omzetten van de resultaten in creatieve projecten, opdat er leerzaam doch leuk materiaal geproduceerd wordt. Hoofdinteresses zijn de geschiedenis van het Romeinse rijk, de Romeinen in Nederland en het Romeinse leger.

LAAT EEN REACTIE ACHTER