Elagabalus, een keizerlijk buitenbeentje

elagabalusTen slotte was ook de Severische dynastie eindig. De stabiele regering die Septimius Severus had gecreëerd, had geen stabiele dynastie opgeleverd. Caracalla was een labiele keizer gebleken en had maar kort geregeerd. Hij werd opgevolgd door Macrinus, die geen lid van het Severische huis was. Maar diens keizerschap was maar een kort leven beschoren, waarna de Severen opnieuw aan de macht wisten te komen, zij het op een allerminst stabiele manier. Keizer Elagabalus ging niet best de geschiedenis in.

Munt van Uranius (tegenkeizer uit het jaar 254) met op de keerzijde de tempel van El Gebal te Emesa, met de meteoriet erin.

Munt van Uranius (tegenkeizer uit het jaar 254) met op de keerzijde de tempel van El Gebal te Emesa, met de meteoriet die het reliek van de god was.

Het exacte geboortejaar van deze keizer, die oorspronkelijk Varius Avitus Bassianus heette, is onbekend, al moet het ergens rond 203 gelegen hebben. Zijn vader, Sextus Varius Marcellus, was van Griekse origine en een lid van de equites, de Romeinse ridderklasse, die het later tot senator wist te schoppen. Zijn moeder, Julia Soaemias Bassiana, was de kleindochter van Julius Bassianus en de dochter van Julia Maesa, die de zus van keizerin Julia Domna was. Dat maakte Elagabalus dus een achterneef van Caracalla. Elagabalus’ familie van moederskant was Syrisch en bekleedde het hogepriesterschap van de Syrische zonnegod El Gebal, in Emesa (Homs), wiens cultus zich in de tweede eeuw door het rijk begon te verspreiden. De gelatiniseerde naam van deze zonnegod was Elagabalus of Heliogabalus, wat de bijnaam van de keizer verklaart. Het hogepriesterschap was namelijk erfelijk en viel uiteindelijk aan de jongen toe.

Julia Maesa, de grootmoeder van Elagabalus en het brein achter zijn machtsgreep. Onder Caracalla waren de vrouwelijke leden van de Severisch-Bassianische familie sterk in invloed gestegen.

Julia Maesa, de grootmoeder van Elagabalus en het brein achter zijn machtsgreep. Onder Caracalla waren de vrouwelijke leden van de Severisch-Bassianische familie sterk in invloed gestegen.

Caracalla, de neef van Julia Soaemias, werd in 217 vermoord, mogelijk op last van zijn Praetoriaanse prefect Macrinus, die prompt tot keizer werd uitgeroepen. Om de verwanten van het Severische huis buitenspel te zetten werden Julia Maesa en haar dochters en kleinzoon naar Emesa verbannen. Julia Maesa en haar dochters, Julia Soaemias en Julia Mamaea, begonnen samen met Elagabalus’ leermeester Gannys te werken aan een plan om de troon terug te veroveren. Caracalla moet een jaar of 14 geweest zijn toen zijn moeder en grootmoeder begonnen te beweren dat hij het buitenechtelijke kind van Caracalla was, wat zijn aanspraak op de troon vergrootte. Op 18 mei 218 riep Legio III Gallica bij Raphana, een stad in Decapolis (een overwegend Hellenistische streek ten oosten van Judea), hem uit tot keizer. De jonge pretendent noemde zich hierna Marcus Aurelius Antoninus, wat de namen waren van Caracalla.

Altaarsteen voor Sol Invictus Heliogabalus, gevonden in Woerden. (Bron: Vici.org)

Altaarsteen voor Sol Invictus Heliogabalus, gevonden in Woerden. (Bron: Vici.org)

Macrinus reageerde door zijn Praetoriaanse prefect Ulpius Julianus met een legermacht naar het oosten te sturen, maar deze troepen keerden zich tegen hun commandanten en liepen over, waarna zij Julianus’ hoofd opstuurden naar Macrinus. Om het tij te keren stuurde Macrinus brieven naar de Senaat waarin hij Elagabalus afdeed als een Valse Antoninus en een krankzinnige. Maar hoewel zelfs beide consuls achter hem stonden kon Macrinus de strijd niet winnen. Teveel soldaten liepen over. Op 8 juni vond er een slag plaats bij Antiochië, waarbij Gannys de troepen van Elagabalus leidde. Macrinus verloor en trachtte als koerier vermomd naar Italië te vluchten. Bij Chalcedon werd hij in de kraag gegrepen, om niet veel later geëxecuteerd te worden. Ook zijn zoon ontsprong de dans niet. Elagabalus verklaarde dat de overwinning van 8 juni het begin van de regering was. Goedkeuring van zijn troonsbestijging door de Senaat vroeg hij niet. Wel was men zo wijs de Senaat volledige amnestie te verlenen en de wetten van Macrinus te erkennen. De Senaat ging er uiteindelijk maar in zee: Elagabalus werd als keizer erkend, evenals de bizarre claim dat hij zoon van Caracalla was. Caracalla en Julia Domna werden vergoddelijkt, terwijl Julia Maesa en Julia Soaemias allebei de titel van Augusta kregen.

Heliogabalus, Hogepriester van de Zon, door Simeon Solomon (1866).

Heliogabalus, Hogepriester van de Zon, door Simeon Solomon (1866).

In de winter van 218-219 begonnen er echter tekenen te verschijnen dat het geloof van Elagabalus toch wat minder traditioneel was dan men hoopte. Deze winter bracht de jonge keizer door in Nicomedia, maar Gannys overleefde die periode niet. Volgens Cassius Dio was het motief dat Gannys Elagabalus een terughoudende levensstijl opdrong. Om Rome te doen wennen aan het idee van een oosterse hogepriester als keizer, stuurde Julia Maesa een portret van Elagabalus in priestergewaad op naar de hoofdstad, met de opdracht om het over het beeld van de godin Victoria te hangen. Dit maakte de offers aan Victoria uiteraard nogal ongemakkelijk, omdat het nu offers aan keizer Elagabalus leken. Zowel Senaat als leger begonnen daarom al gauw spijt te krijgen van hun steun en het derde en vierde legioen begonnen snel opstandig te worden, al werd dit vrij gemakkelijk de kop in gedrukt. Tegen de herfst van 219 bereikten Elagabalus en zijn gevolg Rome. Hun belangrijkste medestanders werden daar met allerlei hoge posities beloond, tot grote onvrede van de senatoren die zich opnieuw in hun elitaire positie aangetast zagen. Julia Maesa en Julia Soaemias werden zelfs toegelaten in de Senaat, als de eerste vrouwen uit de Romeinse geschiedenis, waarbij Maesa de titel Mater Castrorum et Senatus (“moeder van het legerkamp en de senaat”) kreeg.

Aureus met Elagabalus aan de ene zijde en aan de andere zijde de steen van Emesa op een vierspan.

Aureus met Elagabalus aan de ene zijde en aan de andere zijde de steen van Emesa op een vierspan.

Ondanks eerdere wrevel over zijn onorthodoxe geloofspraktijken was Elagabalus allerminst van plan hier iets aan te veranderen. De zonnecultus was sinds het keizerschap van Septimius Severus al flink gestegen en nu hoopte hij om El Gebal tot de status van Romeinse oppergod te kunnen verheffen, onder de naam Sol Invictus, “de onoverwinnelijke zon”. Daarbij probeerde hij de verhoudingen enigszins te lijmen door Minerva, Astarte of Urania, of een combinatie van hen drieën, als echtgenote van Sol Invictus te presenteren. Om hogepriester van deze nieuwe cultus te worden besneed de keizer zichzelf. De Steen van Emesa, een meteoriet die als het symbool van El Gebal werd gezien, werd in de tempel van Jupiter Optimus Maximus naast het beeld van Jupiter geplaatst en er kwam uiteindelijk een Elagabalium, een tempel voor de zonnegod. Senatoren moesten toezien hoe hij rond het altaar van de zonnegod danste en met elke midzomer een groot feest ter ere van El Gebal, waarbij hij voedsel liet uitdelen aan het volk, dat hier uiteraard zeer blij mee was. Eén keer liet hij tijdens dit feest de steen van Emesa rondrijden op een met goud en juwelen versierde strijdwagen zonder menner, zodat het leek alsof de steen zelf reed. Elagabalus zelf liep voor de wagen uit, met zijn gezicht ernaartoe terwijl hij de teugels hield. Zijn adoratie voor de god liep zo uit de hand dat zijn lijmpogingen met godenhuwelijk weinig zin hadden: de heiligste relieken werden van hun eigen tempels naar het Elagabalium gebracht, tot en met het vuur van Vesta aan toe. Elagabalus trouwde zelfs met een Vestaalse Maagd, Julia Aquila Severa, omdat hij meende dat een dergelijk huwelijk haast goddelijke kinderen zou voortbrengen. Voor de Romeinse godsdienst was dit je reinste heiligschennis, want Vestaalse Maagden hoorden ook daadwerkelijk maagd te blijven.

De Rozen van Heliogabalus, door Lawrence Ama-Tadema (1888). Elagabalus wordt gezien als een toonbeeld van decadentie.

De Rozen van Heliogabalus, door Lawrence Ama-Tadema (1888). Elagabalus wordt gezien als een toonbeeld van decadentie.

Overigens was Aquila niet zijn eerste vrouw. Al bij zijn aantreden was hij getrouwd met Julia Cornelia Paula, de dochter van een Romeinse edelman en jurist die onder Septimius Severus was opgeklommen tot Praetoriaans prefect. In 220 scheidden zij voor het huwelijk met Aquila en de kinderloze Paula trok zich terug uit het openbare leven. Julia Maesa was echter niet erg gelukkig met dit onorthodoxe huwelijk. Waarschijnlijk was zij degene die de vrij snelle echtscheiding wist te bewerkstelligen. Binnen een jaar was Elagabalus aan zijn derde huwelijk begonnen, ditmaal met Annia Faustina, de rijke weduwe van senator Pomponius Bassus. Bovendien had Annia een bloedverwantschap met de Antonijnse dynastie: ze was een achterkleindochter van Marcus Aurelius. Dat viel veel beter bij de Romeinse aristocratie. Kinderen kreeg zij echter niet en eind 221 sloeg Elagabalus het advies van zijn grootmoeder alsnog in de wind. Hij scheidde van Annia en trouwde opnieuw met Aquila. Met al dit rumoer hield de controverse echter nog niet op, want volgens Cassius Dio was Elagabalus’ meest stabiele relatie niet met één van zijn echtgenotes, maar met Hierocles, een blonde slaaf uit Caria die als wagenmenner diende. Elagabalus verwees blijkbaar naar hem als zijn echtgenoot en probeerde hem zelfs tot Caesar (kroonprins) te verheffen. Volgens de Historia Augusta zou Elagabalus echter ook een relatie hebben gehad met een atleet genaamd Aurelius Zoticus, met wie hij in een publieke ceremonie getrouwd zou zijn. Zoticus werd volgens Cassius Dio benoemd tot Cubicularius, kamerheer, een functie die officieel vrij bescheiden was maar in de praktijk heel veel invloed bood op de hofhouding en de keizer zelf.

Het Britse jeugdprogramma Horrible Histories neemt de bizarre loterijen van Elagabalus op de hak.

Het Britse jeugdprogramma Horrible Histories neemt de bizarre loterijen van Elagabalus op de hak.

Cassius Dio beweert zelfs dat Elagabalus travestiet of transseksueel was, hetgeen in die tijd zeker niet acceptabel moet zijn geweest. Volgens de schrijver droeg Elagabalus make-up, epileerde hij zijn lichaamshaar en droeg damespruiken. In die hoedanigheid zou hij zich als prostituee hebben uitgegeven in taveernes, bordelen en zelfs in het paleis. Herodianus sluit zich aan bij de verhalen door te vertellen over cosmetica, met de bewering dat Elagabalus ervan genoot om “de meesteres, de vrouw, de koningin van Hierocles” genoemd te worden en dat de jonge keizer grote sommen geld beloofde aan de arts die hem vrouwelijke genitaliën kon bezorgen. Andere bizarre verhalen over Elagabalus betreffen de verzameling spinnenwebben die hij zou hebben gehad, of hoe hij loterijen hield waarbij men de meest bizarre dingen kon winnen. Kanttekening is dat niet alle bronnen over Elagabalus als even betrouwbaar worden beschouwd, waarbij sommige van de verhalen vermoedelijk een gevolg zijn van Elagabalus nogal zonderlinge godsdienstbeleid. Ook de verhouding met Hierocles lijkt reëel. Op dat punt had Maesa hem wellicht geadviseerd dat niet te doen, maar de invloed waarmee zij hem op de troon had gekregen hielp haar niet om hem in bedwang te houden, zoals blijkt uit zijn eigenzinnige gedrag met zijn huwelijken. Bovendien werd Elagabalus in zijn godsdienstpolitiek gesteund door zijn moeder.

Zowel de garde als oma Maesa zagen uiteindelijk meer in Elagabalus' neef Severus Alexander. (Buste uit het Louvre)

Zowel de garde als oma Maesa zagen uiteindelijk meer in Elagabalus’ neef Severus Alexander. (Buste uit het Louvre)

Het moeten uiteindelijk ook zijn religieuze kuren zijn geweest die hem de das om deden. Het volk begon vervreemd te raken van deze toch wel ongebruikelijke keizer en de Praetoriaanse Garde voelde zich er ook door op de kast gejaagd, evenals door de keizers relatie met Hierocles. Maesa begreep waarschijnlijk dat het zo niet langer kon en begon naar een alternatief te zoeken. Haar andere kleinzoon, de dertienjarige Severus Alexander, leek een betere kandidaat. Severus was de zoon van Maesa’s andere dochter Julia Avita Mamaea. In 221 wist Maesa te bewerkstelligen dat Elagabalus zijn neef tot Caesar benoemde en het consulaat met hem deelde. Naarmate de tijd verstreek werd Elagabalus echter duidelijk dat de Praetorianen Alexander verkozen boven hem. Dat beviel hem helemaal niet. Enkele aanslagen op Alexanders leven zouden zijn gepleegd, maar allemaal zonder succes. Elagabalus gooide het toen op een andere tactiek. Hij nam Alexander al zijn titels en benoemingen af en verspreidde het bericht dat Alexander op sterven lag. Zijn doel was om te zien hoe de Praetorianen op dat nieuws zouden reageren. Het gevolg was een rel. De Praetorianen werden opstandig en eisten dat Elagabalus en Alexander in hun kamp zouden verschijnen.

Sol Invictus (links, met zonnekroon) werd in de derde eeuw alsnog een zeer populaire Romeinse godheid. Hoewel beïnvloed door El Gebal bleef hier de Romeinse identiteit van de zonnegod meer overeind.

Sol Invictus (links, met zonnekroon) werd in de derde eeuw alsnog een zeer populaire Romeinse godheid. Hoewel beïnvloed door El Gebal bleef hier de Romeinse identiteit van de zonnegod meer overeind.

Op 11 maart 222 betrad Elagabalus de Praetoriaanse castra, in gezelschap van zijn moeder Julia Soaemias en zijn neef Severus Alexander. Toen de Praetorianen dat zagen begonnen ze Alexander luidkeels toe te juichen. Elagabalus werd door hen totaal genegeerd. De 18 jaar oude keizer ontstak in woede en riep uit dat iedereen die aan deze insubordinatie had deelgenomen diende te worden opgepakt en gedood. Dat maakte de Praetorianen alleen nog maar kwader. Ze trokken hun wapens en vielen Elagabalus en zijn moeder aan. Elagabalus maakte dat hij wegkwam en verborg zich in doodsangst in een kist, waar hij werd ontdekt en gedood. Zijn moeder zou zich jammerend aan hem hebben vastgeklampt voor haar hetzelfde lot trof. Hun hoofden werden volgens Cassius Dio afgehakt, waarna hun lichamen naakt door Rome werden gesleept. Uiteindelijk lieten de moordenaars het lichaam van Julia Soaemis links liggen, maar dat van Elagabalus wierpen zij in de Tiber. Veel van zijn getrouwen werden ook vermoord, inclusief Hierocles. Zijn godsdienstige beleid werd volledig teruggedraaid en de steen van El Gebal werd teruggestuurd naar Emesa. Vrouwen werden opnieuw geweerd uit de Senaat en een damnatio memoriae werd uitgevoerd over de herinnering van Elagabalus. De labiele en bizarre regering van deze losbol was voorbij en de meer stabiele Severus Alexander kwam op de troon. De dynastie liep op zijn einde, maar kreeg nog uitstel van executie. Net als bij Caracalla en Elagabalus zou de moeder van de keizer een sterke positie achter de troon behouden. Elagabalus zelf ging als een karikatuur van zichzelf de geschiedenis in. De popcultuur rekent genadeloos met hem af. In het Spaans is een heliogábalo zelfs het woord voor een zeer decadent persoon.

Giel

Giel

Giel is al sinds zijn prilste jeugd diep geïnteresseerd in geschiedenis en in de Romeinse tijd in het bijzonder. Na zijn MA in geschiedenis te hebben gehaald aan de Universiteit Leiden is hij zelf dieper en dieper in het Romeinse verleden (met name dat van Nederland) gaan graven. Naast geschiedwetenschappelijk onderzoek houdt hij zich bezig met het omzetten van de resultaten in creatieve projecten, opdat er leerzaam doch leuk materiaal geproduceerd wordt. Hoofdinteresses zijn de geschiedenis van het Romeinse rijk, de Romeinen in Nederland en het Romeinse leger.

LAAT EEN REACTIE ACHTER