Hadrianus, de bouwende keizer

hadrianusHij was de tweede Adoptiefkeizerde eerste met een baard en bovenal meer van consolidatie dan van expansie. Zijn opvolging is misschien aan een politieke truc te wijten, maar hij was een zeer bekwaam bestuurder, die vooral kritiek heeft geoogst vanwege zijn privéleven. Hij gaf afgelegen gebieden op en bouwde een muur in Brittannia. Hij reisde het hele rijk door en gaf zijn naam aan de stad die nu Voorburg heet. Zijn naam was Publius Aelius Hadrianus.

Hadrianus werd op 24 januari 76 geboren, mogelijk in de Romeinse stad Italica, in Hispania, maar misschien wel gewoon in Rome. Zijn vader, Hadrianus Afer, was een neef van de latere keizer Trajanus. Hadrianus werd wees op zijn tiende, maar kwam onder het voogdijschap van zijn vaders neef en ene Publius Acilius Attianus. Als jonge leerling was Hadrianus zo dol op de Griekse literatuur dat hij de bijnaam Graeculus (“Griekje”) kreeg. Op zijn 14e riep Trajanus hem bij zich en verliet hij Italica definitief. Zijn eerste militaire ambt was dat van krijgstribuun in Legio II Adiutrix, in Dacia. Later vervulde hij dezelfde functie in Legio V Macedonica, ook aan de Donau, en in Legio XXII Primigenia, in Mogontiacum (Mainz). In zijn tijd bij Legio V kreeg hij de opdracht om Trajanus te berichten van diens adoptie door Nerva. Dat Hadrianus in plaats van de gebruikelijke één of twee wel drie militaire aanstellingen kreeg, gaf hem op militair terrein een aardige voorsprong en goede vooruitzichten voor zijn loopbaan. Toen Nerva in 98 overleed ging Hadrianus in allerijl naar zijn voogd om het bericht te brengen.

Pompeia Plotina, de echtgenote van keizer Trajanus, zag veel in Hadrianus. Mogelijk is zij het brein achter zijn troonsbestijging.

Pompeia Plotina, de echtgenote van keizer Trajanus, zag veel in Hadrianus. Mogelijk is zij het brein achter zijn troonsbestijging.

Zijn persoonlijke verhouding met de nu keizer geworden Trajanus gaf hem wat interessante taken. In 101 werd hij benoemd tot quaestor en kreeg de extra taak om Trajanus’ toespraken aan de Senaat voor te lezen (en waarschijnlijk ook om ze zelf te schrijven). Hierna was onder meer ab actis van de Senaat (een soort griffier die alle verslagen bijhield) en volkstribuun. Hij werd met opzet geen patriciër gemaakt door Trajanus, zodat hij relatief sneller het ambt van consul kon bereiken. Tijdens de Dacische oorlogen maakte hij deel uit van Trajanus’ gevolg, maar werd beide keren voortijdig heengezonden: de eerste keer voor zijn baan als volkstribuun, de andere keer om legaat van Legio I Minervia te worden. Daarbij valt op dat Hadrianus het ambt van volkstribuun een jaar eerder kreeg dan gebruikelijk, alsof Trajanus hem bijzonder begunstigde… of juist wilde dat hij hem niet voor de voeten liep. Trajanus aarzelde niet om zijn pupil nieuwe aanstellingen te geven, maar lijkt hem zeer mondjesmatig begunstigd te hebben, zeker in de latere jaren. Hadrianus stond wel hoog aangeschreven bij Trajanus’ vrouw Plotina en bovendien was Acilius Attianus, die het voogdijschap over hem had gedeeld met Trajanus, inmiddels prefect van de Praetorianen geworden. Plotina kreeg voor elkaar dat Hadrianus trouwde met Vibia Sabina, de kleindochter van Trajanus’ zuster. Zelfs voor een politiek huwelijk was de verhouding tussen Hadrianus en Sabina erg slecht.

Pas in de tijd van Trajanus’ oorlog met Parthië ging Hadrianus weer mee in het gevolg. Veel interessants kreeg hij niet te doen, al nam hij het bestuur van de provincie Syrië waar toen de bevelhebber ervan zich moest bezighouden met onrust elders in het rijk. Trajanus’ vertrek uit het Nabije Oosten maakte Hadrianus de feitelijke bevelhebber van alle legioenen in de regio, wat zijn positie behoorlijk versterkte en hem een goede opvolgingskandidaat maakte. Trajanus stierf in Selinus, met Plotina en Attianus aan zijn sterfbed. Inderdaad werd Hadrianus in een document geadopteerd als Trajanus’ zoon en opvolger. De tekst was echter ondertekend door Plotina. De vraag is of Trajanus de beslissing überhaupt zelf had genomen, al dan niet op aansturen van Plotina en Attianus, of dat er sprake is van een vervalsing. Hadrianus moest vooralsnog zijn positie veiligstellen en potentiële pretendenten buitenspel zetten. Inderdaad was het een vreemd document, daar Hadrianus niet aanwezig was geweest bij de ceremonie zoals gebruikelijk was. Maar uiteindelijk ging de Senaat toch akkoord en nam hem aan als keizer.

Hadrianus was de eerste keizer met een volle baard, als teken van zijn bewondering voor de Griekse cultuur. (Israel Museum)

Hadrianus was de eerste keizer met een volle baard, als teken van zijn bewondering voor de Griekse cultuur. (Israel Museum)

Omdat Hadrianus alle onrust in het Nabije Oosten en op de Balkan eerst wilde oplossen, kreeg Attianus volmacht om namens hem in Rome op te treden. Dat gebeurde zeker, want Attianus opende de aanval op vier prominente senatoren die volgens hem schuldig waren aan samenzwering. Dat zij zonder proces gedood werden was een aardig schandaal, maar Hadrianus was niet in Rome en beriep zich er derhalve op dat Attianus op eigen initiatief gehandeld had. Waarschijnlijker is het dat het ging om gevaarlijke rivalen, die met hun carrière kandidaten voor het keizerschap konden vormen en bovendien de expansionistische oorlogspolitiek van Trajanus voorstonden. Hadrianus beloonde Attianus door hem senator en consul te maken. Desondanks werd Attianus later alsnog gemarginaliseerd en mogelijk zelfs geëxecuteerd: ook hij moest niet teveel ambitie krijgen. Hadrianus’ verhouding met de Senaat zou door de dood van de vier “samenzweerders” voor altijd getekend zijn. Zijn weigering om het rijk uit te breiden deed hier vaak nog een schepje bovenop. Toch kwam het nooit tot een openlijk conflict, omdat Hadrianus het spel behoedzaam speelde en vaak van Rome weg was. Dat maakte tegelijkertijd de rol van de Senaat zwakker dan ooit.

Hadrianus’ regeringsperiode wordt gekenmerkt door opvallend weinig oorlog, mogelijk omdat Hadrianus geen nieuwe veroveringen wenste. In tegendeel, hij gaf meerdere gebieden juist op. Kort nadat hij keizer was loste hij de onrust op de Balkan op door een deel van Dacia dat bij de provincie Moesia Inferior was gevoegd, los te koppelen van het rijk en aan de Roxolaanse Sarmaten te geven, waarbij hun koning een cliëntstatus kreeg. Trajanus’ veroveringen in Mesopotamië leken Hadrianus onverdedigbaar, zodat hij het gebied opgaf. Wel bleven de Romeinen suzerein over Osroene, het noord-Mesopotamische koninkrijk van de door Trajanus aangestelde Parthische vazalkoning. In 121 dreigde er even een nieuwe oorlog met de Parthen, maar Hadrianus wist op handige wijze een nieuw vredesverdrag voor elkaar te krijgen. Een inval van de Alanen vanuit de Kaukasus werd ook gemakkelijk gestuit. De Senaat en latere Romeinse historici schrijven vrij negatief over deze vreedzame politiek. Boze tongen zeggen dat Hadrianus jaloers was op Trajanus en daarom zijn grootse overwinningen in een negatief daglicht probeerde te stellen. Het is veel waarschijnlijker dat Hadrianus de hoge kosten van het leger en de oorlogvoering trachtte te verminderen.

Resten van de Muur van Hadrianus. Er zijn vooral funderingen overgebleven, zowel door de tand des tijds als door gebruik van de stenen in andere bouwprojecten.

Resten van de Muur van Hadrianus. Er zijn vooral funderingen overgebleven, zowel door de tand des tijds als door gebruik van de stenen in andere bouwprojecten.

Door de grenzen nadrukkelijk vast te leggen trachtte Hadrianus het einde van de expansie nog meer te benadrukken. Het beroemdste voorbeeld hiervan is de Muur van Hadrianus, aan de noordgrens van provincie Brittannia, al lag direct ten noorden van de muur nog wel een militair district. Op een zelfde manier werden er meer forten, wachttorens en voorposten gebouwd langs de Rijn en de Donau. Om te voorkomen dat zijn troepen laks of opstandig zouden worden, hield Hadrianus hen bezig door het instellen van uitgebreide oefeningen en het houden van inspectietochten, waarbij hij een hoop nieuwe steden stichtte en stadsrecht uitdeelde aan nederzetting, tot ergernis van de elitaire Senaat. Hij doste zich relatief sober uit en hield soms zelf uitgebreide dagmarsen in volle bepakking, wat hem veel sympathie bij de soldaten opleverde. Ook Germania Inferior werd door Hadrianus aangedaan, waarschijnlijk rond het jaar 121. Hadrianus is vermoedelijk verantwoordelijk voor Noviomagus’ status als municipium, wat een beperkte stadsstatus inhoudt voor steden die uit eenvoudige nederzettingen of kampdorpen ontstaan waren. We mogen dan niet geheel zeker zijn van zijn aandeel in de geschiedenis van de hoofdstad der Bataven, maar over zijn naamgeving aan die van de Cananefaten is veel meer duidelijkheid. De nederzetting aan het Kanaal van Corbulo kreeg marktrechten van Hadrianus, wat verklaart waarom deze plaats Forum Hadriani (Voorburg) genoemd werd. Na Hadrianus’ dood zou de plaats ook het beperkte stadsrecht krijgen en daarom officieel Municipium Aelium Cananefatum genoemd worden, waar Hadrianus’ familienaam Aelius in verwerkt zit. Waarschijnlijk is Hadrianus ook verantwoordelijk voor de bouw van enkele forten langs de westkust van ons land: als de zee goed bewaakt werd zou dit de handel met Brittannia veiligstellen.

Het door Hadrianus herbouwde Pantheon is ongetwijfeld het best bewaarde gebouw uit het klassiek Rome.

Het door Hadrianus herbouwde Pantheon is ongetwijfeld het best bewaarde gebouw uit het klassiek Rome.

Naast militaire zaken hield Hadrianus zich ook veel bezig met culturele zaken, zoals de herbouw van het in 80 na Chr. door vuur verwoeste pantheon, dat er tot op de dag van vandaag nog staat. Daarnaast schreef hij gedichten in zowel Grieks als Latijn en was hij dol op de jacht. In Egypte zou hij zelfs een leeuw gedood hebben. Zijn voorkeur voor de Griekse cultuur bleef ook merkbaar. Niet voor niets liet Hadrianus zijn baard staan, wat met die cultuur geassocieerd werd. Hij zette hiermee een blijvende toon voor bijna twee eeuwen lang: voortaan was de baard voor Romeinse keizers eerder regel dan uitzondering. Maar ook stond Hadrianus de Romeinse zeden en etiquette voor: hij benadrukte dat senatoren en ridders in het openbaar de toga hoorden te dragen. Ook stipte hij het verbod op gemengd baden in de badhuizen nadrukkelijk aan, evenals de scheiding der seksen in het theater. In Rome hield hij zich ook sterk bezig met sociale kwesties: slaven mochten niet meer zomaar door hun meester gedood worden, tenzij een rechtbank besloot dat er sprake was van een werkelijke misdaad. Slaven mochten ook niet meer verkocht worden als gladiator of prostituee, tenzij als straf voor een misdaad. Verder werkte hij aan de rechten van vrije mensen, waarbij zaken als foltering aan banden werden gelegd. Wel trad hij opvallend hard op tegen het Jodendom, onder meer door besnijdenis te verbieden en een Romeinse kolonie te stichten op de ruïnes van Jeruzalem. Het gevolg was een opstand onder Bar Kochba, die met zware verliezen werd neergeslagen, zodat veel Joden wegtrokken en de diaspora verergerde.

Hadrianus' geliefde Antinous, hier afgebeeld als de god Bacchus. (Vaticaans Museum) Hadrianus was zo dol op de jongen dat hij hem vergoddelijkte. Diverse beelden vergelijken hem met goden zoals Silvanus en Osiris.

Hadrianus’ geliefde Antinous, hier afgebeeld als de god Bacchus. (Vaticaans Museum) Hadrianus was zo dol op de jongen dat hij hem vergoddelijkte. Diverse beelden vergelijken hem met goden zoals Silvanus en Osiris.

Ondanks zijn zorg voor de armen en slaven is Hadrianus in vroegere eeuwen veel verguisd door christelijke auteurs. Dit is te wijten aan zijn privéleven, vooral vanwege zijn relatie met de Griekse jongen Antinous. Wanneer Hadrianus deze jongeman ontmoette is niet bekend, maar mogelijk gebeurde dit in 123 bij een reis door Klein-Azië. Een andere mogelijkheid is dat de jongen als page naar Rome gestuurd was. Daar Antinous op zijn afbeeldingen wordt afgebeeld als een jongen van een jaar of 20, zou hij bij de ontmoeting 13 of 14 jaar geweest kunnen zijn. Dat was geen ongebruikelijke leeftijd voor een dergelijke affaire. Bij de Oude Grieken waren relaties tussen volwassen mannen en (als welhaast volwassen beschouwde) tieners vrij gebruikelijk geweest en hoewel de Romeinen deze pederastie oorspronkelijk hadden verworpen, was het in de keizertijd toch meer gebruikelijk geworden, hoewel meerdere schrijvers zoals Tacitus er nog altijd schande van spraken. Vaak was er sprake van een seksuele verhouding tussen een dominante man en iemand van zeer lage status, zoals een slaaf. Hierbij werd de man van hoge status geacht “het mannetje” te zijn. Dit maakt de aanname van Antinous’ status als een page niet ondenkbaar. Hoewel meerdere voorgangers van Hadrianus biseksuele affaires hadden gehad, is Hadrianus de enige die er echt beroemd om is, mogelijk omdat het in zijn geval zo openlijk was. Tenminste, in zekere zin. Er wordt in de teksten over Hadrianus’ leven en regering eigenlijk maar weinig over geschreven, tot een vermelding van de leeuwenjacht in Egypte. Maar na Antinous’ dood werden er geen doekjes om gewonden. Antinous overleed in Egypte; tijdens een boottocht van Hadrianus en gevolg over de Nijl verdronk de Griekse jongen. We weten niet hoe het precies gebeurde, maar volgens de Historia Augusta huilde Hadrianus “als een vrouw” om de jongen. Hadrianus kreeg voor elkaar dat de Grieken Antinous vergoddelijkten en dat er orakels uit zijn naam gegeven werden. Antinous, die tijdens zijn leven van lage status en niet eens een staatsburger was geweest, was door de keizer tot god gemaakt. Dit oversteeg elke andere relatie die een Romeinse keizer ooit met een man had of zou hebben; er valt niet aan te twijfelen dat Hadrianus tot over zijn oren verliefd was.

Forum Hadriani, aan het Kanaal van Corbulo, de tweede Romeinse stad van Nederland.

Forum Hadriani, aan het Kanaal van Corbulo, de tweede Romeinse stad van Nederland.

Tegen 136, toen de opstand in Judea was neergeslagen, begon Hadrianus ernstig na te denken over zijn opvolging. Hij zag het meeste in ene Lucius Ceionus Commodus, de telg van een Etruskische familie en zoon van één van de vier geëxecuteerde “samenzweerders”. Hadrianus adopteerde hem als Lucius Aelius Caesar. Dat dit niet door iedereen gewaardeerd werd blijkt wel uit een mislukte couppoging in 137. Lucius stierf echter al in 138, op 36-jarige leeftijd. De tijd drong, want de keizer voelde het einde naderen. Uiteindelijk ging hij maar in zee met de zeer gewaardeerde senator Titus Aurelius Fulvus Boionius Arrius Antoninus. Antoninus was getrouwd met Faustina, een achterkleindochter van Trajanus’ zuster en achternichtje van Hadrianus’ echtgenote, een verband via de schoonfamilie dat maakt dat de Adoptiefkeizers ook wel het Antonijnse Huis worden genoemd. Wel wilde Hadrianus de opvolging voor de volgende generatie meteen veiligstellen, want Antoninus was al 52 en dus ook niet erg jong meer. Antoninus kreeg opdracht om Lucius Ceionus Commodus, de zoon van de overleden beoogde opvolger, te adopteren, evenals een opvallende intelligent jongeman genaamd Marcus Annius Verus, die verloofd was met Ceionia Fabia, de dochter van de overleden Lucius. Misschien had Antoninus hier zelf nog een aandeel in. Op 10 juli 138 overleed de 62-jarige Hadrianus in zijn villa te Baiae (Baia), waarschijnlijk aan een hartstilstand. Hij werd in 139, bij de voltooiing van zijn mausoleum, gecremeerd en bijgezet, samen met de as van zijn vrouw Sabina en zijn geadopteerde zoon Lucius Aelius. De Senaat voelde er weinig voor om Hadrianus te vergoddelijken, maar Antoninus wist dit erdoor te drukken door met aftreden te dreigen. Op de Campus Martius werd een tempel voor hem gebouwd.

Giel

Giel

Giel is al sinds zijn prilste jeugd diep geïnteresseerd in geschiedenis en in de Romeinse tijd in het bijzonder. Na zijn MA in geschiedenis te hebben gehaald aan de Universiteit Leiden is hij zelf dieper en dieper in het Romeinse verleden (met name dat van Nederland) gaan graven. Naast geschiedwetenschappelijk onderzoek houdt hij zich bezig met het omzetten van de resultaten in creatieve projecten, opdat er leerzaam doch leuk materiaal geproduceerd wordt. Hoofdinteresses zijn de geschiedenis van het Romeinse rijk, de Romeinen in Nederland en het Romeinse leger.

LAAT EEN REACTIE ACHTER