Nare Nero

NeroHij was de bet-achterkleinzoon van Augustus en Marcus Antonius, kleinzoon van Germanicus en achterneef en stiefzoon van Claudius. En zonder twijfel één van de beruchtste keizers uit de Romeinse geschiedenis. En zijn naam was Nero. Of nou ja… Eigenlijk heette hij Lucius Domitius Ahenobarbus, geboren in het jaar 37 in de Italiaanse stad Antium. Zijn vader Gnaeus wordt door Suetonius een moordenaar en fraudeur genoemd, die door Tiberius in staat van beschuldiging werd gesteld wegens hoogverraad, hetgeen wel meer mensen overkwam in die tijd, maar omdat Tiberius in maart 37 overleed ontsprong Gnaeus de dans. Zoon Lucius werd geboren in december dat jaar. Toen Lucius twee jaar oud was stierf zijn vader aan waterzucht. Lucius’ moeder, Julia Agrippina de jongere, was voor die tijd al betrokken geweest in een plan om haar broer Caligula om te brengen en diens zwager Lepidus op de troon te helpen, maar de samenzwering kwam aan het licht. Lepidus werd ter dood gebracht en Agrippina werd naar de Pontijnse Eilanden verbannen, terwijl Caligula al haar bezittingen verkocht. Lucius werd bij zijn tante Lepida ondergebracht, maar niet voordat Caligula hem de erfenis van zijn vader had afgenomen. 

Agrippina houdt Nero de lauwerkrans boven het hoofd. Zij wordt vaak neergezet als een soort Lady Macbeth, die haar man vermoord om via Nero het rijk te regeren.

Agrippina houdt Nero de lauwerkrans boven het hoofd. Zij wordt vaak neergezet als een soort Lady Macbeth, die haar man vermoord om via Nero het rijk te regeren.

Na de dood van Caligula kwam Agrippina’s oom Claudius op de troon. Haar ballingschap werd opgeheven en Lucius kreeg zijn erfenis terug, maar Agrippina was zo wijs om haar hoofd niet boven het maaiveld uit te steken en weg te blijven van het hof. Keizerin Messalina zou Agrippina en Lucius echter als een bedreiging voor haar zoon Britannicus hebben gezien en stuurde een groep moordenaars met de opdracht om Lucius te wurgen. Dat mislukte toen de moordenaars een slang meenden te zien en vluchtten. In de tussentijd was Agrippina hertrouwd, maar haar echtgenoot Crispus overleed in 47, waarop onder hoge kringen het gerucht rondging dat Agrippina hem vergiftigd had. Het volk had eerder medelijden: bij de spelen applaudisseerde men harder voor haar en Lucius dan voor Messalina en Brittannicus. Tegen de tijd dat Messalina uit de gratie viel en ter dood werd gebracht, was Agrippina’s invloed al beduidend groter door haar verhouding met een adviseur van Claudius. Uiteindelijk nam de keizer haar tot vrouw. Als familielid van hem had ze het privilege gehad om hem dicht te benaderen en te begroeten met een kus, wat het verleiden van Claudius vergemakkelijkt kan hebben. De Senaat had wellicht ook invloed op het huwelijk, om zo de ruziënde takken van de familie te verenigen. Ook Claudius zag er een publiek belang in, al dan niet om het als incestueus beschouwde huwelijk tussen oom en nicht goed te praten.

Aureus met Nero en Agrippina erop.

Aureus met Nero en Agrippina erop.

In 49 vond het nogal vreemde huwelijk plaats en het jaar daarop werd Lucius als zoon van Claudius geadopteerd. Hij kreeg de naam Nero Claudius Caesar Drusus Germanicus. Agrippina kreeg de titel van Augusta en was daarmee de eerste vrouw van Claudius die ook officieel benoemd werd tot keizerin. Nero werd verloofd met Claudius’ dochter Octavia, met wie hij in 53 trouwde, terwijl staatsman Seneca de Jongere teruggeroepen werd uit ballingschap om als zijn leermeester te dienen. Aangezien Nero nu als zoon van Claudius gold en ouder was dan Britannicus, leek het erop dat hij voorrang zou krijgen bij de erfenis en opvolging. Agrippina zag dit in elk geval wel zitten en trachtte Britannicus te isoleren. Maar Claudius leek in 54 van gedachten te veranderen en weer de voorkeur te geven aan zijn biologische zoontje. Maar voor hij de kans kreeg zijn testament te wijzigen stierf Claudius onverwachts, een zaak waar veel antieke historici de hand van Agrippina in zien. Volgens Suetonius kon Nero het nadien niet laten om laatdunkend of zelfs beledigend over Claudius te spreken. Of Nero nu betrokken was bij de mogelijke moord of niet: hij volgde zijn stiefvader op en werd op zijn 17e (of misschien zelfs nog op zijn 16e) benoemd, de jongste keizer tot dan toe.

In het komische jeugdprogramma Welkom bij de Romeinen lijkt de rol van een getikte, jengelende Nero Paul de Leeuw welhaast op het lijf geschreven.

In het komische jeugdprogramma Welkom bij de Romeinen lijkt de rol van een getikte, jengelende en valse Nero komiek Paul de Leeuw welhaast op het lijf geschreven. (Foto:NTR)

Nero was nog erg jong en onervaren, maar hield zich bovendien liever bezig met kunst en cultuur, zodat hij voor het bestuur van het rijk vooral afhankelijk was van zijn moeder, evenals van Seneca en de Praetoriaanse prefect Burrus. De keizer zelf vond het interessanter om zich met toneel en muziek bezig te houden, evenals het bezoeken van bordelen en taveernes. De machtsverdeling gaf al snel spanningen tussen de drie adviseurs, met name omdat Agrippina door velen gewantrouwd werd. Toen in 54 een Armeens gezantschap arriveerde, wilde zij zelfs naast haar zoon plaatsnemen, terwijl het in die tijd ondenkbaar was dat een vrouw hierbij aanwezig zou zijn. Seneca wist haar ervan te weerhouden en voorkwam zo een schandaal. De eerste spanningen tussen Nero en Agrippina begonnen echter toen Nero een affaire begon met ex-slavin Claudia Acte, omdat hij was uitgekeken op zijn vrouw Octavia. Agrippina trachtte Octavia weer in de gunst te krijgen en eiste dat Nero zijn band met Acte verbrak, maar Nero trok zich hier weinig van aan. Het was duidelijk dat Nero zich tegen zijn moeder begon te verzetten en Agrippina begon hierop Britannicus tegen hem op te zetten, waarbij zij erop hamerde dat Britannicus de echte zoon van Claudius was en dus meer recht op de troon had. De jonge prins was nu bijna 14 en zou dan meerderjarig verklaard worden. Maar heel toevallig overleed Britannicus de dag voor het ritueel, in februari 55. Epilepsie, zo zei Nero. De Romeinse historici geloven er niets van en stellen zeer zeker dat Britannicus in opdracht van Nero vergiftigd werd, waarschijnlijk met behulp van Locusta, de beruchte gifmengster die ook het gif voor de moord op Claudius zou hebben bereid. Locusta was nadien veroordeeld voor een nieuwe gifmoord maar Nero had haar executie verijdeld en haar in dienst genomen. De moord vond plaats op een diner waar ook Octavia en Agrippina bij aanwezig waren. Op het diner kreeg Britannicus een opvallend warme drank aangeboden, die door zijn voorproever werd gekeurd zonder resultaat. Toen Britannicus de drank te heet vond liet hij er koel water bij doen, nam een slok en viel schuimbekkend neer. Locusta werd beloond met een landgoed. Agrippina werd kort daarna van het hof weggestuurd omdat zij Octavia en Nero belasterd zou hebben.

De verhouding met Seneca en Burrus liep ook stroever, daar Nero meer macht naar zichzelf toe wilde trekken. Beide heren werden al in 55 beschuldigd van zaken als fraude en samenzwering, maar Seneca kreeg voor elkaar dat zij werden vrijgesproken, waarna hij en Burrus een minder actieve rol aannamen. Maar de verhouding met Agrippina was op den duur niet meer te redden en Nero verloste zich in 59 van haar middels moord, mogelijk vanwege haar betrokkenheid bij een samenzwering, of omdat Nero haar als een gevaar zag voor zijn verhouding met Poppaea Sabina. Volgens Tacitus probeerde Nero haar dood op een ongeluk te laten lijken door haar zover te krijgen aan boord te gaan van een schip dat was ontworpen om onderweg vanzelf te zinken door een instortend loden plafond. Het loden gewicht miste Agrippina op een haar na en toen het schip zonk wist zij zwemmend het land te bereiken. Een vriendin van haar werd in het water door de bemanningsleden doodgeslagen toen zij beweerde Agrippina te zijn, in de hoop gered te worden. Volgens Suetonius probeerde Nero meerdere keren vergif te gebruiken, maar was Agrippina te voorzichtig om vergiftigd te kunnen worden. Uiteindelijk liet hij haar door een moordenaar of een groep van drie moordenaars ombrengen. Volgens Cassius Dio verzocht ze haar moordenaars om haar te slaan of te steken ter hoogte van de baarmoeder, waar haar vreselijke zoon vandaan was gekomen. Nero deed haar dood af als zelfmoord.

Nero’s hoogtij en het keerpunt

Standbeeld van Poppeia in het Archeologisch Museum van Olympia.

Standbeeld van Poppeia in het Archeologisch Museum van Olympia.

In 62 nam het leven van Nero een nieuwe  wending. Burrus overleed en Seneca vroeg na nieuwe beschuldigingen om toestemming om zich terug te trekken uit zijn publieke carrière. Tegen die tijd moet Nero hoe dan ook zijn zinnen hebben gezet op Poppaea. Dat de moord op Agrippina hiermee te maken had is omstreden, omdat het huwelijk met Poppaea pas 3 jaar na de moord plaatsvond, al had hij al voor die tijd een verhouding met haar en scheidde zij pas na de moord van haar echtgenoot Otho, die door Nero werd “weggepromoveerd” naar Lusitania. Toen Poppaea in 62 zwanger bleek verstootte Nero Octavia definitief en trouwde met Poppaea, met als excuus dat Octavia onvruchtbaar was. Omdat de publieke opinie tegen Octavia’s verbanning naar Campania protesteerde werd zij uiteindelijk teruggehaald naar Rome en zou een bange Nero haar bijna hertrouwen. In plaats daarvan ondertekende hij snel haar doodvonnis, opnieuw uitgevoerd als een in scène gezette zelfmoord. Tacitus zet Poppaea in dit alles neer als een soort femme fatale die Nero opzette tegen zijn moeder en echtgenote, maar veel moderne historici twijfelen aan dit beeld. Bovendien had het achtjarig huwelijk met Octavia inderdaad geen kinderen opgeleverd. Josephus omschrijft Poppaea juist als een zeer religieuze vrouw, die Nero vaak opriep om mededogen met de mensen te hebben.

Ja, Nero kon wreed zijn en niet alleen tegen persoonlijke vijanden. Wellicht was hij op te jonge leeftijd met teveel macht in aanraking gekomen en kende hij daardoor zijn grenzen niet goed. Het is bekend dat hij er luxueus op los leefde, maar tussen 55 en 60, toen hij zijn macht consolideerde, moet zijn bestuur op zich nog stabiel zijn geweest. Boetes en belastingen werden verlaagd en toen er plannen op tafel kwamen dat vrijmaking van slaven kon worden ingetrokken verzette Nero zich hiertegen en kwam daarmee in feite op voor de vrijgelatenen. Om de armen te ontzien trachtte hij zelfs alle indirecte belastingen af te schaffen. Maar Nero stak ook tijd in culturele zaken. Hij was dol op alles wat Grieks was en liet meerdere gymnasia (sportplaatsen) en theaters bouwen. Vanaf 58 woedde er in het oosten een oorlog met de Parthen. Nero hield zich ver van het slagveld maar liet de strijd over aan bekwame generaals zoals Corbulo. Hoewel er amper territoriale winst kwam, betekende de uitslag van de strijd (die tot 63 duurde) een politieke triomf voor Nero, die hiermee veel aanhang vond in de oostelijke provincies en ook bij de Parthen in aanzien steeg.

Hubert Robert, The Fire of Rome (1785). Het fabeltje over Nero's brandstichting en zijn muziekspel zijn legendarisch.

Hubert Robert, The Fire of Rome (1785). Het fabeltje over Nero’s brandstichting en zijn muziekspel zijn legendarisch.

In 64 brak er een grote brand uit in Rome, die vijf dagen duurde en van de veertien stadsdistricten er drie in de as legde en zeven ernstig beschadigde. Nero was op het moment van de brand niet in de stad, maar toen hij van het nieuws hoorde haastte hij zich terug om hulp te bieden. Voor hulp aan de slachtoffers en wederopbouw werden allerlei gelden geworven, die hij voor een groot deel zelf betaalde. Hij maakte echter de fout om op een deel van het vrijgekomen terrein een enorm paleis te bouwen, de Domus Aurea. Hierop ontstonden er allerlei geruchten waar de Romeinse geschiedschrijvers van zouden smullen. Nero had de brand zeker zelf aangestoken om zo zijn paleis te kunnen bouwen! Of misschien zelfs wel uit pyromanie! Ondanks dat Nero niet in de stad was geweest tijdens de brand, ging er een gerucht rond dat hij tijdens de brand op zijn balkon een gedicht over brandend Troje had voorgedragen. Het verhaal dat Nero viool speelde tijdens de brand moet naar het rijk der fabelen verwezen worden, al was het alleen maar omdat de viool nog niet bestond. Tacitus, die Nero niet bepaald gunstig gezind is, wijst het gerucht dat Nero lier (en dus geen viool!) speelde tijdens de brand af en wijst op Nero’s haast om naar Rome terug te keren, waar hij zonder lijfwacht tussen het puin hielp zoeken. Dat Nero de brand aan liet steken lijkt dus onwaarschijnlijk, al aarzelde hij niet om een zondebok aan te wijzen, al was het maar om de geruchten te weren. De schuld werd afgeschoven op een geheimzinnige cultus die de laatste jaren steeds vaker opdook in Rome, maar nog niet veel bekendheid had: de christenen. Nero vervolgde hen nadien ernstig, waarbij hij opdracht gaf hen voor de honden te gooien, te kruisigen of met teer in te smeren en als levende fakkels te gebruiken.

Tacitus spreekt niet lovend over deze vervolgingen, die volgens hem alleen maar dienden om het volk vergelding te bieden voor een ramp zonder duidelijke schuldige. Over Nero’s publieke verschijning wordt wat deze periode betreft ook steeds negatiever gesproken. Als jongeling al was Nero erg dol geweest op Griekse cultuur, poëzie, zang en het snarenspel. Vroeger trad hij alleen privé op, maar vanaf 64 deed hij dit ook in het openbaar. Daarnaast liep zijn liefde voor wagenrennen ook uit de hand. In 67 nam hij deel aan de Olympische Spelen en kwam bijna om het leven toen hij van zijn wagen geworpen werd. Nero trad er ook op als zanger en acteur – allemaal zaken waar de Romeinse elite alleen niet aan hoorde deelde te nemen maar alleen naar luisterde en keek. Zijn prestaties in al deze onderdelen waren blijkbaar ver onder de maat, maar toch werd hij als winnaar behandeld en keerde gelauwerd terug in Rome. “Alleen aan de Grieken is mijn talent besteed,” zou hij hebben gezegd.

Manuel Domínguez Sánchez, De zelfmoord van Seneca (1871) Museo del Prado

Manuel Domínguez Sánchez, De zelfmoord van Seneca (1871) Museo del Prado. De wijze Seneca werd tot zelfmoord gedwongen wegens zijn betrokkenheid bij het complot van Piso.

Nero’s status moet in deze jaren dan ook ernstig afgebrokkeld zijn. Berucht is de Pisonische samenzwering in 65, waarin een senator genaamd Piso zich met behulp van een Praetoriaanse tribuun en centurio van Nero hoopte te ontdoen, volgens Tacitus om de staat te redden. Toen de samenzwering aan het licht kwam was Nero woedend. 19 samenzweerders werden ter dood gebracht en 13 werden er verbannen. Ook Piso werd gedwongen tot zelfmoord. Dat ook Seneca bij de samenzwering betrokken bleek moet Nero geraakt hebben. Seneca was vermoedelijk geen werkelijke samenzweerder, maar bekende wel met de samenzweerders over het plan gesproken te hebben, waarna hij gedwongen werd tot zelfmoord. 65 was dus een zwart jaar voor Nero. Datzelfde jaar stierf ook de opnieuw zwangere Poppaea in onduidelijke omstandigheden. Volgens Suetonius zou zij Nero hebben verweten dat hij teveel tijd doorbracht bij de wagenrennen, waarop Nero haar in blinde razernij zou hebben doodgeschopt. Cassius Dio tekent hierbij niet te weten of het opzet was of niet. Maar aangezien deze historici niet onbevooroordeeld zijn en weinig weten van Nero’s privéleven, is het ook niet onmogelijk dat Poppaea stierf ten gevolge van een miskraam, wat in die tijd zeer gevaarlijk was. Nero leed in elk geval sterk onder haar dood en was in diepe rouw. In plaats van haar te cremeren liet hij haar lichaam balsemen en bijzetten in het mausoleum. Het gemis ging zelfs zo ver dat Nero in 67 een jonge slaaf of vrijgelatene genaamd Sporus trouwde en liet castreren, omdat hij een gelijkenis met Poppaea in de jongen zag. Nero noemde hem zelfs Sabina.

De ondergang

Generaal Galba keerde zich uiteindelijk tegen Nero en had succes. Toch trad hij niet veel minder wreed op tegen zijn vijanden.

Generaal Galba keerde zich uiteindelijk tegen Nero en had succes. Toch trad hij niet veel minder wreed op tegen zijn vijanden.

Nero’s wreedheid begon op den duur paranoïde trekken te vertonen, terwijl zijn weelde handenvol geld kostte en dus meer belastingen opleverde. Het was een kwestie van tijd voor er opnieuw verzet zou komen in de vorm van een samenzwering of een opstand. Al in 66 was er een opstand in Judea uitgebroken, maar deze kwam meer voort uit religieuze spanningen. Maar in maart 68 was het Gaius Iulius Vindex, de gouverneur van Gallia Lugdunensis, die in opstand kwam. Aanleiding hiervoor waren de in zijn ogen onredelijke belastingen. Nero gaf opdracht aan Lucius Verginius Rufus, gouverneur van Germania Superior, om de opstand neer te slaan. Dat leek een koud kunstje omdat Vindex nog geen heel legioen tot zijn beschikking had. Vindex wist echter bondgenoten te vinden in de vorm van de bevelhebbers van het Iberisch Schiereiland. Servius Sulpicius Galba, de gouverneur van Hispania Tarraconensis, sloot zich aan toen hij hoorde dat Nero hem op een dodenlijst had gezet. Daar Vindex oorspronkelijk geen Romein maar een Aquitaniër was, zag deze in Galba de meest geschikte leider van de opstand en haalde hem over zichzelf tot keizer uit te roepen. Otho, de vroegere echtgenoot van Poppaea, had genoeg persoonlijke redenen om zich aan te sluiten. Dat Vindex in mei door Verginius werd verslagen en zelfmoord pleegde, keerde het tij van de opstand dus niet. Erger nog, de troepen van Verginius trachtten hun leider tot keizer uit te roepen (hetgeen Verginius afsloeg). Toen gebeurde er iets dat Nero’s positie pas echt in gevaar bracht. Nymphidius Sabinus, de Praetoriaanse prefect, koos openlijk de kant van Galba.

In de knotsgekke film History of the World, part 1 speelt Dom Deluise een decadente en labiele Nero.

In de knotsgekke film History of the World, part 1 speelt Dom Deluise een decadente en labiele Nero.

Nero was nu niet veilig meer en ontvluchtte Rome. De keizer overwoog te vluchten naar de oostelijke provincies, die immers het meest trouw aan hem waren. Toen echter bleek dat meerdere officieren openlijk weigerden zijn orders op te volgen, begreep hij dat hij in het oosten ook niet veilig was. Welke opties waren er nog? Vluchten naar Parthië misschien? Of zichzelf aan de genade van Galba overleveren. Hij overwoog zelfs het volk om vergeving te smeken en af te treden. Hij begon te werken aan een toespraak waarin hij zou smeken om dan toch in elk geval prefect van Egypte te mogen worden, maar het idee van het Forum openlijk betreden maakte hem doodsbang. Nero keerde heimelijk terug naar het paleis, maar de volgende ochtend bleek de paleiswacht er ’s nachts vandoor gegaan te zijn. Ook zijn vrienden bleken hem in de steek gelaten te hebben. Nu hij werkelijk geen uitweg meer zag vroeg hij om een soldaat of gladiator of wie dan ook met een zwaard, zodat die hem kon doden. Maar niemand kwam opdagen. Jammerend rende hij naar buiten alsof hij van plan was zichzelf in de rivier te gooien. Zover kwam het niet. De wanhopige keizer kwam weer naar binnen en besloot uiteindelijk dat hij een schuilplaats nodig had waar hij rustig na kon denken. Phaon, een vrijgelatene, bood zijn villa aan, 4 mijl buiten de stad. Samen gingen ze er in vermomming heen samen met 3 andere vrijgelatenen: Epaphroditos, Neophytus en Sporus. Bij het huis aangekomen beval Nero zijn vier metgezellen een graf voor hem te graven, zich voorbereidend op de dood.

Henrik Siemiradzki, Nero's toortsen (1876). Nero was zeer berucht om zijn christenvervolgingen en stond mogelijk symbool voor het Beest dat in het Bijbelboek Openbaringen voorkomt.

Henrik Siemiradzki, Nero’s toortsen (1876). Nero was zeer berucht om zijn uiterst wrede christenvervolgingen en stond mogelijk symbool voor het Beest dat in het Bijbelboek Openbaringen voorkomt.

De Senaat aarzelde op dit moment nog heel erg wat te doen, zo zegt Tacitus. Nero was en bleef de laatste telg van de Julisch-Claudische dynastie met haar vergoddelijkte leden, dus voelden de meeste senatoren toch meer loyaliteit dan je zou verwachten. Het plan werd opgevat om Nero naar de Senaat te laten komen, in de hoop met de opstandige generaals een compromis te kunnen sluiten, zodat Nero keizer kon blijven en de bloedlijn kon worden voortgezet. Maar toch arriveerde er een koerier bij de villa van Phaon, met het bericht dat de Senaat Nero had afgezet en het plan had om hem dood te laten slaan op het Forum: er waren immers soldaten onderweg om hem te komen halen. Hoe dit bericht ontstond vertelt Tacitus niet. Was het een misverstand, ontstaan uit geruchten? Had de Senaat druk willen leggen op Nero? Of was de aarzeling slechts een poging om de plannen van de Senaat achteraf goed te praten? Nero besloot in elk geval dat zijn tijd gekomen was en wilde zich de langzame, vernederende dood op het Forum besparen. ‘Qualis artifex pereo,‘ schijnt hij te hebben gezegd: ‘Een groot kunstenaar gaat met mij heen.’ Toen hij de paarden van de naderende soldaten hoorde, kon Nero zich nog altijd niet zo ver brengen zichzelf te doden en liet zich door Epaphroditos neersteken. Eén van de ruiters trof de stervende keizer aan en trachtte tevergeefs nog het bloeden te stelpen. Op 9 juni 68 kwam het 31-jarige leven van Nero, en daarmee de regering van de Julisch-Claudische dynastie, ten einde. Zodra de Senaat het nieuws hoorde verklaarden zij Nero postuum tot staatsvijand, in plaats van Galba, die uiteindelijk als nieuwe keizer aanvaard werd. De Romeinse elite vierde feest, de armere klassen waren geschokt. De soldaten hadden gemengde gevoelens, daar zij altijd trouw aan de keizer geweest waren en een deel van hen hun loyaliteit eigenlijk verkocht had.

keizerneroNero werd gecremeerd en zijn as werd bijgezet in het mausoleum van zijn vaders familie. Terwijl de brandstapel nog brandde, maakte Nymphidius Sabinus een vreemde zet door Sporus aan zijn zijde te nemen en hem ook Poppaea te noemen, in een poging zijn aanspraak op de troon te versterken. Nymphidius was ontevreden met de vorderingen van Galba, die een andere pretendent genaamd Clodius Macer, de gouverneur van Africa, uit de weg had laten ruimen. Nymphidius had besloten zelf de macht te grijpen en beweerde de onwettige zoon van Caligula te zijn. De Praetorianen dachten er anders over en doodden hun vroegere chef. Toen Galba in oktober voor de poorten stond, legden de soldaten van de stad hoge materialistische eisen aan hem voor. Galba liet de oproerkraaiers doden en weigerde de door Nymphidius in zijn naam beloofde beloning te betalen. Provincies die hem niet accepteerden kregen hoge belastingen opgelegd. Geen onbegrijpelijke maatregelen daar Nero het rijk praktisch bankroet had achtergelaten. Maar niet iedereen zou zich zomaar bij Galba’s machtsgreep neerleggen. De legioenen in Germania waren onrustig. Er volgde een jaar van onrust, burgeroorlog en opstand: het Vierkeizerjaar.

Giel

Giel

Giel is al sinds zijn prilste jeugd diep geïnteresseerd in geschiedenis en in de Romeinse tijd in het bijzonder. Na zijn MA in geschiedenis te hebben gehaald aan de Universiteit Leiden is hij zelf dieper en dieper in het Romeinse verleden (met name dat van Nederland) gaan graven. Naast geschiedwetenschappelijk onderzoek houdt hij zich bezig met het omzetten van de resultaten in creatieve projecten, opdat er leerzaam doch leuk materiaal geproduceerd wordt. Hoofdinteresses zijn de geschiedenis van het Romeinse rijk, de Romeinen in Nederland en het Romeinse leger.

LAAT EEN REACTIE ACHTER