Traiectum ad Mosam: Maastricht als Romeins centrum
Na de Roerstreek en de Limburgse engte volgen we de Romeinse weg langs de Maas zuidwaarts en bereiken Zuid-Limburg. In deze streek kruisen meerdere wegen elkaar, waarvan de Via Belgica, die van Keulen naar Boulogne lag, de belangrijkste was, terwijl ook de Maas door het gebied stroomt en er vanaf de Via Belgica zijwegen zijn die leidden naar Nijmegen en Xanten. Geen wonder dat het een economisch rijk gebied was, waar het eenvoudigweg wemelde van de villa’s. Het is de weg tussen Nijmegen en Xanten die we volgen, langs al deze villa’s, nederzettingen en grafvelden, tot we uiteindelijk de plek bereiken waar deze weg de Via Belgica ontmoet. Hier stak de Via Belgica de Maas over en derhalve heette de plaats vermoedelijk Mosae Traiectum of Traiectum ad Mosam.
Vermoedelijk, want antieke bronnen waarin de oversteekplaats aan de Maas zo genoemd werd zijn er niet: de Latijnse naam stamt uit middeleeuwse bronnen. Pons ad Mosam is ook geopperd, maar deze naam slaat op een brug, terwijl er in eerste instantie waarschijnlijk slechts een voorde oftewel doorwaadbare plaats was. De plek moet wel in een vroeg stadium al van belang zijn geweest, omdat de Romeinen vrij vroeg aan de slag gingen met het aanleggen van bruikbare wegen om de verschillende bestuurscentra in Germania Inferior goed te verbinden. De Via Belgica was nodig om hoofdstad Keulen met Tongeren te verbinden, van waaruit men verder kon reizen naar de zee.
De oude Romeinse weg, die bedekt was met grind, viel gedeeltelijk samen met de Tongerseweg die vanuit België Maastricht binnengaat (en in België naar Tongeren leidt als de Maastrichtersteenweg). De eerste bouwwerken in Tongeren, Keulen en Bavay moeten ergens tussen 37 en 19 v. Chr. gebouwd zijn, en gezien het grote militaire belang van de regio in de jaren daarna, is het niet ondenkbaar dat de brug al in een vroeg stadium gebouwd werd. Dit suggereert de optie dat Drusus misschien al verantwoordelijk zou kunnen zijn voor de aanleg van de brug. Waarschijnlijk lag er voor die tijd al een inheemse nederzetting op de plek, maar daar is niet veel over bekend. Er zou een heiligdom geweest kunnen zijn.
In elk geval moet de brug al in het derde kwart van de eerste eeuw van onze jaartelling bestaan hebben. Tacitus vermeldt de brug namelijk in zijn verslag van de Bataafse opstand als de plek waar Julius Civilis zijn neef en rivaal Claudius Labeo verslagen zou hebben. Een verwoesting en wederopbouw van de brug is mogelijk, maar wordt niet vermeld. In elk geval groeide de plek aan de Maas uit tot een interessante handelsplaats. Aan de weg vanuit het westen moet een grafveld hebben gelegen ter hoogte van de Vrijthof. Bij de Vrijthof sloeg de weg rechtsaf, langs de tegenwoordige Havenstraat, om ter hoogte van de Plankstraat weer linksaf te slaan en naar de Maas te trekken. Opgravingen hebben aangetoond dat er in de Vroege Keizertijd al een aardige nederzetting bij de economisch zo aantrekkelijke oversteekplaats was: er zijn huizen van onder andere een schoenlapper en een apotheker teruggevonden.
Op het Onze-Lieve-Vrouweplein moet een tempel gestaan hebben, die in 1983 werd ontdekt onder Hotel Derlon en rond het jaar 100 gebouwd moet zijn. De tempel van Maastricht moet een ommuurd terrein van ongeveer 17 meter breed zijn geweest, gebouwd in steen met een waterput bij de voorgevel. De binnenhof van de tempel had een vloer van beton, roze om op marmer te lijken. Midden op het terrein stond een Jupiterzuil, met daaromheen meerdere nissen met beeltenissen van andere goden. In de hoek van het hofje stond een klein gebouw. We weten niet exact waar het voor diende, maar het zou een winkeltje kunnen zijn geweest. In het zuiden van het terrein stond het hoofdgebouw, met de cella, waar de beeltenis moet hebben gestaan van de godheid aan wie de tempel gewijd was. Welke godheid dit was is niet bekend: Jupiter is vanwege de grote zuil geopperd, maar dergelijke zuilen kwamen vaker voor op een tempelterrein zonder dat Jupiter zich ook in de cella bevond. Over dit deel van de tempel staat tegenwoordig de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek, wat verder opgravingen lastig maakt.
Ten noorden van de tempel lag het badhuis, dat rond dezelfde tijd gebouwd moet zijn. De exacte datum is niet te bepalen omdat er meerdere bouwfasen zijn. Daarnaast zullen er ook herbergen en taveernes geweest zijn. Zo konden deze gelegenheden plaats bieden aan vrije tijd of zakelijke ontmoetingen en dus hun graantje meepikken van alle handelsreizigers en tempelbezoekers. Er lag dan ook zonder enige twijfel een haventje aan de Maas. Dat maakt het ook aannemelijk dat er een vorm van militair gezag aanwezig was, bijvoorbeeld in de vorm van een statio. Dit is tot op heden echter niet ontdekt.
Als de militaire aanwezigheid in de eerste t/m derde eeuw enkel tot een statio beperkt was, moet zich dat aardig gewroken hebben. Als handelsknooppunt bij een zeer belangrijke brug moet Maastricht een geliefd doelwit in tijden van oorlog zijn geweest. In 275, toen de Crisis van de Derde Eeuw zijn hoogtepunt in Germania Inferior bereikte, was dit opnieuw het geval. Keizer Aurelianus had met zijn herovering van de Gallische provincies het grensleger uitgedund en maakte dit nog erger door veel troepen over te plaatsen naar andere vuurhaarden. De Franken maakte hier dankbaar gebruik van door Germania Inferior binnen te vallen. Maastricht viel ten prooi aan hun plunderingen. Waarschijnlijk hebben de tempel en andere gebouwen hier zwaar onder geleden of zijn zelfs verwoest.
Begin vierde eeuw wisten de Romeinen echter hun controle over het rivierengebied te herstellen. Constantijn de Grote beval de plaats te versterken met stevige stenen muren. De brug werd in steen herbouwd rond 333 en op de plek waar de tempel en het badhuis hadden gestaan verrees een stevig stenen fort, 170 bij 90 meter, wat opvallend langwerpig is. De anderhalve meter dikke muren waren vermoedelijk 4 of 5 meter hoog. Aangezien de brug aan de andere kant even kwetsbaar of zelfs kwetsbaarder was, is er een sterk vermoeden dat hier een tweede versterking stond, hoewel dit niet ontdekt is. Het castellum van Maastricht was niet keurig rechthoekig, maar lichtjes gekromd. In het stratenpatroon van het ietwat verhoogde Stokstraatkwartier is de ligging van het fort duidelijk terug te herkennen.
Het fort had een toren op elke hoek, een poort op oost en west en zes gewone muurtorens: eentje aan zowel noord als zuid en twee aan zowel oost als west. Zes meter buiten de castellummuur lag de gracht die ongeveer 9 meter breed en 3,8 meter diep was, met een v-vormige doorsnee. De noord- en westkant van de gracht lagen waarschijnlijk droog terwijl door de zuidelijke gracht water van de Jeker stroomde. In het oosten lag geen gracht omdat hier de rivier stroomde. Tevens werd er in de vierde eeuw een horreum oftewel graanschuur aan toegevoegd, ongeveer ter hoogte van het oude badhuis. Deze bevond zich ten zuiden van de weg die door het fort heen liep. Andere gebouwen in het fort zijn moeilijker te identificeren. Bisschop Servatius van Tongeren, ook wel bekend als Sint-Servaas, bouwde ten zuiden het horreum een kapel, ongeveer op de plek van het oude heiligdom. Hier is de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek later gebouwd. Het fort en de brug bleven lang na de dood van Constantijn in stand. Ze overleefden ook een inname door opstandige Franken in de herfst van 358, waarna onderkeizer Julianus het fort waarschijnlijk liet herstellen.
Servatius overleed laat in de 4e eeuw (mogelijk in 384) en zou in Maastricht begraven zijn als haar eerste bisschop. Dit is echter allemaal overlevering: of Servatius werkelijk in Maastricht stierf of begraven is blijft de vraag, hoewel er een basiliek naar hem vernoemd is. De grafsteen van de vierjarige Amabilis, uit begin 5e eeuw, is het eerste echte bewijs van een christelijke begrafenis in Maastricht. De kerk op het graf van Servatius werd pas later, in 560 gebouwd. Zowel deze kerk als de kerk in het oude fort bleven in gebruik: tot op de dag van vandaag staan hier de twee eerdergenoemde basilieken. De muren van het fort bleven tot in de 9e eeuw in gebruik en de brug wel tot 1275, toen hij vervangen werd door de Servaasbrug. Een bruggenhoofdje markeert echter nog de plek van de Romeinse brug. Resten van de tempel zijn te zien in de museumkelder van Hotel Derlon. Ook bevat Maastricht het Centre Céramique en zijn er relieken van Servatius te vinden in de St.Servaas. De binnenhof van de tempel stond tenslotte model voor de ommuring van de tempel in Archeon.
Interessant, heel helder geschreven artikel. Een kleine kanttekening: ‘Vrijthof’ betekent waarschijnlijk niet ‘grafveld’. Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Vrijthof.