Trajanus en het begin van de Adoptiefkeizers

trajanusNa de moord op keizer Domitianus in 96 werd Marcus Cocceius Nerva tot keizer uitgeroepen door de Senaat. Lang regeerde Nerva niet: al na vijftien maanden keizerschap overleed hij. Maar dat was voldoende tijd om een opvolger te selecteren in de vorm van Marcus Ulpius Traianus. En dat betekende het begin van een dynastie van Adoptiefkeizers en de Gouden Eeuw van Rome.

Nerva, geboren op 8 november 30 na Chr., was al 65 toen de Senaat hem als keizer verkoos, zodat eigenlijk vanaf het begin al duidelijk was dat hij niet lang zou regeren. Hij was het grootste gedeelte van zijn carrière nauwelijks op de voorgrond getreden, al was hij niet onverdienstelijk bezig geweest. In de tijd van Nero had hij een rol gespeeld in de ontmaskering van de Pisonische samenzwering en onder Vespasianus en Domitianus had hij tweemaal het consulaat gekregen. Mogelijk was Nerva op de hoogte van de samenzwering tegen Domitianus, maar gezien zijn loyaliteit aan de Flaviërs zou dat wel wat vreemd zijn. Juist zijn sterke band met die dynastie kan in zijn voordeel hebben gewerkt, zodat hij een geschikte overgangskeizer leek. De senatoren achtten hem vanwege zijn hoge leeftijd en bescheiden voorkomen waarschijnlijk geschikt als een stabiele heerser die hun macht minder zou beknotten. De chaos na de dood van Nero indachtig aarzelde Nerva niet om te accepteren, zodat iedere kans op een gewelddadige opstand de kop ingedrukt zou worden. De Senaat kondigde meteen een damnatio memoriae af over Domitianus, wiens munten werden omgesmolten en wiens naam en beeltenis zoveel mogelijk verwijderd werd. Nerva stopte de hoogverraadprocessen en draaide veel strenge maatregelen van Domitianus terug.

De na zijn dood vergoddelijkte Nerva als Jupiter. (Kopie van een origineel uit het Capitolijns Museum, Pushkin Museum)

De na zijn dood vergoddelijkte Nerva als Jupiter. (Kopie van een origineel uit het Capitolijns Museum, Pushkin Museum)

Nerva’s grootste probleem was dat hij het hele volk en leger nog voor zich moest winnen, dus begon hij op gulle wijze grote bonussen aan de soldaten te betalen en de belastingen te verlagen. Helaas hadden die grote uitgaven slechte gevolgen voor de financiën en economie. Bovendien slaagde hij er niet in de Praetoriaanse Garde gunstig te stemmen: de Praetorianen eisten de executie van Domitianus’ moordenaars, waar Nerva niet op inging. Nerva’s timide persoonlijkheid maakte hem bovendien een matig leider, zodat er alsnog een mate van anarchie optrad. Tot overmaat van ramp had de oude keizer geen opvolger en was de beste oplossing het hiervoor aanwijzen van een provinciaal gouverneur. Toen Nerva erover dacht de gouverneur van Syrië als opvolger te adopteren bleek deze verre van populair en kwamen de Praetorianen in verzet. Ze belegerden het paleis en de oude keizer kon niet anders dan toegeven aan hun eisen. De daders van de moord op Domitianus werden uitgeleverd en gedood, maar Nerva’s autoriteit was dusdanig beschadigd dat hij alleen kon overleven als hij een opvolger met voldoende draagvlak selecteerde. Hij koos Marcus Ulpius Traianus.

Aureus uit 115, met aan de ene zijde keizer Trajanus en aan de andere zijde zijn adoptievader Nerva en zijn biologische vader.

Aureus uit 115, met aan de ene zijde keizer Trajanus en aan de andere zijde zijn adoptievader Nerva en zijn biologische vader.

Trajanus was geboren op 18 september 53 in de stad Italica, in Hispania Baetica (Andalusië). Door de grootscheepse romanisering van deze provincie wordt Trajanus wel de eerste keizer van buiten Italië genoemd, maar zijn familie was wel degelijk van Italiaans-Romeinse afkomst. Zijn vader had Vespasianus bijgestaan tijdens de Joodse Opstand om in 76 benoemd te worden tot legaat van Syrië. Trajanus zelf was op dat moment al aardig opgeklommen en verbleef in dezelfde provincie als militair tribuun. Rond 91 trouwde hij met Pompeia Plotina. Hun huwelijk zou kinderloos blijven, al is de reden hiervoor niet helemaal duidelijk. Het was niet ongebruikelijk dat Romeinse mannen in die tijd ook biseksuele affaires hadden. Volgens Cassius Dio bestonden er dergelijke verhoudingen met zijn achterneef Hadrianus en mogelijk ook met Nerva. Trajanus nam in 89 deel aan de veldtocht van Domitianus tegen de opstandige gouverneur van Germania Superior. Tegen de tijd dat Nerva keizer werd was Trajanus dan ook erg populair bij het Romeinse leger. Volgens de Historia Augusta (auteur onbekend) kwam Hadrianus, die toen krijgstribuun aan de Rijn was, Trajanus het nieuws van de adoptie brengen.

Romeinse soldaten verdedigen een vesting tegen de Daciërs. (Reliëf van de Zuil van Trajanus.)

Romeinse soldaten verdedigen een vesting tegen de Daciërs. (Reliëf van de Zuil van Trajanus.)

Op 1 januari 98 kreeg Nerva een beroerte, om op 28 januari aan koortsen te overlijden in zijn villa. De Senaat vergoddelijkte hem en zette zijn as bij in het Mausoleum van Augustus. Trajanus bevond zich waarschijnlijk in Colonia Agrippinensis (Keulen) toen dit hem bekendgemaakt werd. Hij marcheerde met een ploeg Bataafse ruiters naar Rome, waarmee hij in feite de Bataafse lijfwacht in ere herstelde. Vermoedelijk was het wantrouwen dat men na de Bataafse Opstand jegens de bevolking van Germania Inferior had gehad, rond die tijd weer weggeëbd en werden de Bataafse en Cananefaatse soldaten weer in eigen land gelegerd. Het zou niet Trajanus’ laatste connectie met ons land zijn. Aangekomen in Rome deed hij een aantal tactische zetten: hij schonk geld aan de armen en deed alsof hij aarzelde om het keizerschap te aanvaarden, in de hoop de relatie met de Senaat te lijmen, met een opvallend bescheiden intrede. In tegenstelling tot Domitianus bouwde Trajanus voort op de traditionele hiërarchie waarin de keizer zijn positie aan de Senaat te danken had, zodat hij meer nadruk op de republikeinse façade legde. Hij probeerde niet te regeren door middel van een angstcultuur, maar door het goede voorbeeld te geven.

Dacische wapenrustingen. De falx, het sikkelachtige wapen van de Daciërs, was zo effectief dat de Romeinen hun uitrusting erop aan moesten passen. De Dacische "Draco" (draakvormige vlag) werd in de Laat-Romeinse tijd een gebruikelijk Romeins vaandel.

Dacische wapenrustingen. De falx, het sikkelachtige wapen van de Daciërs, was zo effectief dat de Romeinen hun uitrusting erop aan moesten passen. De Dacische “Draco” (draakvormige vlag) werd in de Laat-Romeinse tijd een gebruikelijk Romeins vaandel.

Trajanus is zonder twijfel het meest beroemd door zijn expansieve oorlogen, waarmee hij één van de laatste keizers is die de grenzen van het rijk wist uit te breiden. In 101 begon hij een nieuwe oorlog tegen koninkrijk Dacia. Volgens het vredesverdrag van Domitianus was koning Decebalus een rex amicus, een bondgenoot, wat in de Romeinse tijd neerkwam op een cliënt of vazal. Maar naar tevredenheid van de Romeinen was dit niet, ook omdat de Daciërs, in tegenstelling tot de Germanen, een goed georganiseerde staat hadden en dus gemakkelijk een eigen netwerk van bondgenoten op konden bouwen. Het resultaat was een Romeinse overwinning, waarbij Decebalus een aantal gebieden moest opgeven en al zijn krijgstuig en Romeinse technici moest overhandigen aan de Romeinen. In Rome kreeg Trajanus een triomftocht en de erenaam Dacicus Maximus, evenals een monument in de vorm van de Tropaeum Traiani. Decebalus bleek echter geen trouwe bondgenoot: al snel nam hij weer Romeinse deserteurs en vluchtelingen op en nam hij de legaat Longinus gevangen. Een Dacische invasie van Romeins gebied in 105 was de druppel en een tweede, veel grotere oorlog was het gevolg. Om zijn legers te verplaatsen liet Trajanus grote wegen en kanalen aanleggen in Dacia. Het koninkrijk ging ten onder en Decebalus pleegde zelfmoord, waarna zijn hoofd in Rome van de Gemonische trappen geworpen werd. Een groot deel van Dacia werd als Romeinse provincie geannexeerd. Een andere grote uitbreiding vond plaats in het Midden-Oosten. Hier werd het koninkrijk van de Nabateeërs, met hun wereldberoemde hoofdstad Petra, ingelijfd.

Onder Trajanus werden ook de Nabateeërs en hun hoofdstad Petra, in JordaniË, deel van het Romeinse Rijk.

Onder Trajanus werden ook de Nabateeërs en hun hoofdstad Petra, in Jordanië, deel van het Romeinse Rijk.

Tussen 107 en 113 concentreerde Trajanus zich vooral op het burgerlijke bestuur. In Rome richtte hij een nieuw forum in en liet hij de Zuil van Trajanus bouwen, ter herdenking aan zijn overwinning op de Daciërs. Er werd een periode van drie hele maanden aan gladiatorenspelen gewijd. Een retoricus genaamd Fronto zei hier later over dat Trajanus net zoveel aandacht aan vermaak als aan serieuze kwesties besteedde, met de opmerking dat beide van belang waren. Een zeer serieuze zaak was de alimenta, een project voor de wezen en arme kinderen in Italië, die werden voorzien van voedsel, geld en educatie. Dit kon door de buit van de Dacische Oorlogen en later vooral door gulle giften van de rijken. Het blijft een wonderlijk project, omdat dergelijke filantropie niet op zijn plaats lijkt in het aristocratische Italië van toen. Daar staat tegenover dat het alleen voor Italië was, dus enkel voor het hart van het rijk.

Standbeeld van Trajanus op het Keizer Trajanusplein in Nijmegen. Zijn bepaling om de militaire bezetting te verminderen en marktrechten aan de stad te geven is een belangrijk onderdeel van de Romeinse geschiedenis in Nederland.

Standbeeld van Trajanus op het Keizer Trajanusplein in Nijmegen. Zijn bepaling om de militaire bezetting te verminderen en marktrechten aan de stad te geven is een belangrijk onderdeel van de Romeinse geschiedenis in Nederland.

Toch besteedde Trajanus ook aandacht aan verre provincies. Hij liet bijvoorbeeld ook wegen en gebouwen aanleggen in zijn oorspronkelijke thuisland Hispania. Maar ook voor Germania Inferior is hij van belang geweest. Hij liet nabij Castra Vetera in 106 de nieuwe stad Colonia Ulpia Traiana (Xanten) oprichten, als woonplaats voor veteranen en hoofdstad voor de omwonende Cugerni – een opvallend besluit omdat het erg ongebruikelijk was om een colonia vlakbij een legioenskampement te stichten. De Cugerni zouden op den duur dan ook bekendstaan als de Traianensen. Rond het jaar 100 werd er met toestemming van de keizer ook een groot marktgebouw opgericht nabij het kampement van Legio X Gemina op de Hunnerberg (nu in Nijmegen). Dat Trajanus de omwonende Bataven als volkomen betrouwbaar beschouwde blijkt wel uit het feit dat hij Legio X Gemina in 104 liet overplaatsen naar de Balkan, zodat het legioen zich in die onrustige regio nuttiger kon maken. Economisch moet dit voor veel burgers die rondom het kamp woonden een gevoelige klap zijn geweest, nu de pakweg 5000 soldaten vertrokken en er een veel kleiner detachement van Legio IX Hispana voor in de plaats kwam. Maar de bewoners werden niet vergeten. Er werden marktrechten gegeven aan het Gallo-Romeinse stadje dat een paar kilometer naar het westen aan de Waaloever lag. De stad werd sindsdien dan ook Ulpia Noviomagus Batavorum genoemd, waarbij de naam Ulpia uiteraard verwijst naar Trajanus’ familienaam Ulpius.

De Zuil van Trajanus, in Rome, nabij de restanten van het Forum van Trajanus. De bijna 30 meter hoge zuil is hol met een wenteltrap binnenin en bevat 114 scènes over de Dacische oorlogen. Oorspronkelijk stond Trajanus' beeltenis bovenop, maar deze is in 1588 vervangen door Sint-Petrus.

De Zuil van Trajanus, in Rome, nabij de restanten van het Forum van Trajanus. De bijna 30 meter hoge zuil is hol met een wenteltrap binnenin en bevat 114 scènes over de Dacische oorlogen. Oorspronkelijk stond Trajanus’ beeltenis bovenop, maar deze is in 1588 vervangen door Sint-Petrus.

In 113 ging Trajanus opnieuw op oorlogspad, ditmaal tegen de oude aartsvijand in het oosten, de Parthen. De theorieën over Trajanus’ motieven variëren, van zucht naar roem tot het krijgen van grip op de zijderoute (die door de Parthen overigens totaal met rust gelaten werd), maar de aanleiding was een politiek conflict. De Parthen en Romeinen hadden in de tijd van Nero een vredesverdrag gesloten, waarbij zij de invloed over koninkrijk Armenië verdeelden. Toen de Parthische koning Osroes de door de Romeinen benoemde Armeense koning echter afzette en verving door een Parthische prins, kon Trajanus dit uiteraard niet over zijn kant laten gaan. Hij viel Armenië binnen en lijfde het in als een Romeinse provincie. Vervolgens viel hij Parthië zelf binnen en drong tot ver in Mesopotamië door: eerst viel het oude Babylon, toen Seleucia aan de Tigris en ten slotte de Parthische hoofdstad Ctesiphon zelf. Mesopotamië werd een Romeinse provincie: de Romeinse grenzen reikten voor het eerst tot aan de Kaspische Zee en de Perzische Golf! Vaak zegt men dan ook dat onder Trajanus het Romeinse Rijk op zijn grootst was. Een misverstand, want het rijk zou een eeuw later nog groter worden onder Septimius Severus – nationalistische propaganda onder Mussolini zag dit beeld echter niet zitten omdat Severus geen “echte” Italiaanse Romein zou zijn. Wel was Trajanus één van de laatste keizers die zo rigoureus zou expanderen, en zou na hem de nadruk meer op defensie komen. De westelijke Parthen werden verpletterend verslagen door hem. Osroes werd door Trajanus afgezet en vervangen door zijn zoon Parthamaspates, die in feite niet meer dan een stroman was. Het liefst had Trajanus zijn oorlog voortgezet – het Parthische Rijk werd door meerdere koningen geregeerd – en was hij in de voetsporen van Alexander de Grote getreden, maar het was duidelijk de keizer hier al veel te oud voor was. Er braken in Egypte, Syrië, Cyprus en Cyrenaica (Noord-Libië) bovendien opstanden uit onder de Joodse gemeenschappen, terwijl ook Mesopotamië het Romeinse gezag niet echt accepteerde.

Het Romeinse Rijk in 117 AD, bij de dood van Trajanus. Lichtroze zijn cliëntstaten. In tegenstelling tot wat velen denken was het rijk nog niet op zijn grootst, al zou expansie hierna niet meer voorop staan.

Het Romeinse Rijk in 117 AD, bij de dood van Trajanus. Lichtroze zijn cliëntstaten. In tegenstelling tot wat velen denken was het rijk nog niet op zijn grootst, al zou expansie hierna niet meer voorop staan.

De gezondheid van Trajanus ging in het Nabije Oosten achteruit en in 117 besloot de zieke keizer terug te keren naar Italië. Hij werd echter zo ernstig ziek dat hij in Cilicië (het zuiden van Klein-Azië) moest blijven, in de stad Selinus (Gazipasa). Trajanus overleed hier op 8 augustus 117, 63 jaar oud, waarschijnlijk aan oedeem of waterzucht. De stad werd nadien Traianopolis genoemd. Op zijn sterfbed adopteerde hij Hadrianus als zijn opvolger, wat zo opvallend laat is dat men zich tot op de dag van vandaag afvraagt of Plotina de adoptie misschien vervalste door iemand achter het gordijn de stem van Trajanus te laten nadoen. Dit ook omdat Hadrianus altijd een ambigue positie had gehad en dus niet zo’n waarschijnlijke kandidaat leek. Trajanus leek veel verschillende kandidaten overwogen te hebben, ondanks dat Hadrianus de zoon van zijn neef was en getrouwd met Sabina, de kleindochter van Trajanus’ zuster. Hoe het ook zij, Hadrianus werd keizer en aarzelde niet om het veel te verre Mesopotamië zo snel hij kon op te geven. Keizer Trajanus werd gecremeerd en zijn as werd onder de Zuil van Trajanus te ruste gelegd. Lange tijd zou er geen expansie meer volgen. Maar de Gouden Eeuw van Rome was begonnen.

Giel

Giel

Giel is al sinds zijn prilste jeugd diep geïnteresseerd in geschiedenis en in de Romeinse tijd in het bijzonder. Na zijn MA in geschiedenis te hebben gehaald aan de Universiteit Leiden is hij zelf dieper en dieper in het Romeinse verleden (met name dat van Nederland) gaan graven. Naast geschiedwetenschappelijk onderzoek houdt hij zich bezig met het omzetten van de resultaten in creatieve projecten, opdat er leerzaam doch leuk materiaal geproduceerd wordt. Hoofdinteresses zijn de geschiedenis van het Romeinse rijk, de Romeinen in Nederland en het Romeinse leger.

LAAT EEN REACTIE ACHTER