De Stichting van de Stad (771 t/m 753 v. Chr.)
Volgens de mythen en legenden over het ontstaan van Rome, stamden de stichters van de stad af van Aeneas en daarmee weer van de goden. Aeneas’ zoon Ascanius liet het door Aeneas gestichte Lavinium uiteindelijk aan zijn stiefmoeder Lavinia over, terwijl hijzelf de nieuwe stad Alba Longa stichtte, 19 kilometer ten zuidoosten van de plek waar Rome gesticht zou worden. Volgens Vergilius werd Ascanius ook wel Iulus genoemd – dit ter bevestiging van de claim dat het Julische huis van keizer Augustus af zou stammen van Aeneas. Als koning van Alba Longa werd hij opgevolgd door Silvius, volgens de ene versie van het verhaal zijn zoon maar volgens de andere versie zijn halfbroer, die door Lavinia voor hem in het woud verborgen werd, wat hem de naam Silvius (Silva = bos) opleverde. Na een dispuut over Ascanius’ opvolging werd Silvius als kleinzoon van Latinus tot koning verkozen, terwijl Ascanius’ zoon Julus het hogepriesterschap kreeg. De opvolgers van Silvius namen allemaal zijn naam aan als cognomen.
De twaalfde koning van Alba Longa, Procas, had uiteindelijk twee zoons. Toen hij stierf verdeelde hij zijn nalatenschap: zijn troon liet hij na aan zijn oudste zoon Numitor maar zijn rijkdommen aan de jongste zoon Amulius. Dat bleek een misrekening, want Amulius aasde op de troon en wist zijn rijkdommen aan te wenden voor een staatsgreep. Numitor werd afgezet en verbannen, zijn zoons werden gedood en zijn dochter Rhea Silvia werd gedwongen om Vestaalse Maagd te worden, zodat Numitor geen mannelijke erfgenamen zou krijgen. Toen Rhea Silvia een tweeling bleek te hebben gekregen – naar eigen zeggen van de oorlogsgod Mars – werd zij zoals elke Vestaalse Maagd die niet meer rein bleek gruwelijk gestraft: met gebonden handen en voeten werd zij in de Tiber geworpen. De riviergod redde echter haar leven en nam haar tot vrouw.
Dat verklaarde ook de redding van de baby’s, die op last van Amulius in een mand in de rivier werden geworpen. Amulius had opdracht gegeven de kinderen te verdrinken, maar zijn dienaren kregen last van hun geweten en lieten de tweeling in een mand wegdrijven. De riviergod had het goed met hen voor, zodat de Tiber buiten zijn oevers trad en zich daarna naar zijn bedding terugtrok: het mandje belandde zo op de oever, onder een vijgenboom. Daar werden de baby’s gezoogd door een wolvin, die als de Lupa Capitolina nog steeds als symbool van Rome geldt. Niet lang daarna werden ze gevonden door de herder Faustulus en zijn vrouw Acca Larentia, die de tweeling opvoedde als zijn eigen zoons. Toen één van hun twaalf zoons stierf nam Romulus zijn plaats in bij de jaarlijkse ceremonie rondom de akkers.
Uiteindelijk kwam het alsnog tot een confrontatie met Amulius. Bij het hoeden van de kuddes kwamen Romulus en Remus in botsing met de herders van hun oudoom, waarop Remus gevangengenomen werd en voor Amulius werd geleid. Romulus slaagde erin om een militie van herders te verzamelen viel Alba Longa aan. Amulius werd in dit conflict gedood, maar niet alvorens Remus herkend te hebben. De tweelingbroers gaven de troon van de stad terug aan hun grootvader Numitor. Zij besloten echter ook met hun volgelingen een nieuwe stad te stichten, vlakbij de plaats waar Faustulus hen jaren geleden gevonden had. Daarbij kwam er voor het eerst een scheur in hun relatie. Romulus wilde de stad stichten op de Palatijnse heuvel, terwijl Remus de voorkeur aan de Aventijnse gaf. Ook werden zij het niet eens over wie de stad zou leiden.
Zij besloten hun meningsverschil te beslissen aan de hand van vogelwichelarij. Dat loste uiteindelijk echter helemaal niets op: Remus zag vanaf de Aventijn zes gieren, maar Romulus zag er vervolgens twaalf vanaf de Palatijn. Remus zag dus als eerste een voorteken, maar Romulus zag een groter teken. Het resultaat was dat de partijstrijd nog feller oplaaide. Romulus begon met zijn volgelingen een muur of greppel aan te leggen rondom de Palatijn. Remus zou de stad bespot hebben door over het nog erg lage muurtje heen te springen, waarna Romulus hem doodde met de woorden dat het iedere binnendringende vijand zo zou vergaan. Volgens andere versies van het verhaal werd Remus niet door zijn broer gedood, maar door diens rechterhand. Romulus liet zijn broer in elk geval op berouwvolle wijze begraven.
Hiermee was de stad Rome gesticht, genoemd naar haar eerste koning. Dit zou hebben plaatsgevonden op 21 april 753 v. Chr. Tegenwoordig viert men in Rome op 21 april Dies natalis Romae, ofschoon de datum van 21 april natuurlijk onmogelijk aantoonbaar is. Wat het jaartal 753 v. Chr. betreft: dit is zowel te vroeg als te laat. Te laat omdat de heuvels rondom de moerassige dalen van de Tiber al rond 1000 v. Chr. bewoond werden door stammen van vissers en boeren. Tegelijkertijd is het jaartal te vroeg omdat Rome waarschijnlijk pas anderhalve eeuw later een echte fatsoenlijke stad begon te worden. In de mythe van Romulus en Remus beroepen de Romeinen zich op een soort heilige band met de Tiber en op goddelijke interventie bij de stichting van de stad. De eerste koning is een halfgod, met al even halfgoddelijke voorouders, terwijl Rhea Silva voor hetzelfde geld gewoon “zondig” geweest was. Het zogen door een wolvin is niet minder dubbelzinnig: lupa kan namelijk ook staan voor een prostituee.